Menno de Galan vindt dat de bemoeienis van Johan Cruijff tijdens de laatste levensjaren van de Ajax-legende te groot is geweest. Eerstgenoemde schreef jaren geleden al een boek over de machtsgreep van het icoon, maar ontdekte dat het verhaal meer invloed heeft op het huidige Ajax. In zijn boek De nieuwe eeuw van Ajax geeft de schrijver inzicht over de ontwikkeling van de Amsterdamse club vanaf 2000.
‘Er wordt gezegd dat Ajax je hobby is, maar dat is eigenlijk een understatement. Het is veel meer dan een hobby', vertelt De Galan in gesprek met Ajax Showtime. 'Ik ben geen sportjournalist, dus ik ben niet dagelijks in de weer met Ajax zoals sommige journalisten van Het Parool of De Telegraaf. Maar ik leef wel dagelijks met Ajax. Ik kijk wedstrijden, koop kranten, tijdschriften en boeken. Ik herlees dingen niet heel vaak, maar kan niet zeggen dat ik het vaak bij één keer lezen laat. Ik blader veel terug, bijvoorbeeld bij ontwikkelingen van: Hé, dat heeft hij toen gezegd. Ik probeer daar wel een structuur in te ontdekken. Dat heb ik altijd gehad. Ik leef dus eigenlijk met Ajax, daar komt het op neer.’
De auteur schreef al eerder boeken over Ajax. Zo verscheen in 2006 De trots van de wereld, over de succesvolle opmars van de club tussen 1964 en 1974. In 2011 kwam De Coup van Cruijff uit, waarin De Galan schreef over de machtsgreep van Cruijff die later bekend kwam te staan als de Fluwelen Revolutie. ‘De Coup van Cruijff heb ik eigenlijk nooit afgemaakt', bekent de huidig redacteur van Nieuwsuur. 'Ik ben halverwege gestopt, omdat ik zelf dacht dat het afgelopen was en ook omdat de uitgever door de ontwikkelingen zelf aangaf het te gaan publiceren. Toen heb ik nog wel een extra aangepaste druk geschreven, maar ook dat was niet het einde van het verhaal. Dus al die jaren heb ik geaarzeld en heeft de uitgever erop aangedrongen: Maak De Coup van Cruijff nou eens af. Toen heb ik ja gezegd, maar toen ik begon te schrijven merkte ik dat ik er eigenlijk helemaal geen zin in had. Maar waar ik wel zin in had was een veel groter verhaal over Ajax. In eerste instantie dacht ik vanaf 2000, het jubileumjaar, maar later dacht ik: Ik moet iets verder terug, vanaf het moment dat Ajax in 1995 de Champions League had gewonnen. Ik wilde er echt mijn persoonlijke verhaal van maken, hoe ik tegen Ajax aankijk. Dat is dit ook geworden.’
Al voordat Cruijffs revolutie begon, bemoeide El Salvador zich al flink met de club uit zijn geboortestad. ‘Eén van de thema’s in het boek gaat erover hoe het ook alweer zat met Cruijff. Ik weet, dat heb ik ook in mijn vorige boek geschreven, dat hij (Cruijff, red.) in de periode dat Van Basten trainer zou worden, zich stevig met Ajax heeft bemoeid, maar ik wilde verder teruggaan en weten wat daarvoor is gebeurd. Daar ben ik ook achter gekomen, mede door zijn boek dat hij met Jaap de Groot heeft geschreven. Daarin schrijft hij in een lang hoofdstuk, verreweg het langste, over de periode vanaf 2000 tot vlak voor zijn overlijden. Dat heeft voor mij veel duidelijk gemaakt', stelt De Galan. 'Ik ben het terug gaan lezen en heb het pad terug gevolgd vanaf Cruijffs bemoeienis met Ajax. En die was eigenlijk intensiever dan ik dacht. Aan de ene kant wilde hij zich met Ajax bemoeien. In een later hoofdstuk zegt één van de betrokken: Hij dacht dat de club van hem was. Dat geloof ik ook echt. Aan de andere kant: als Cruijff zich weer eens verongelijkt had teruggetrokken, omdat Ajax niet deed wat hij wilde, zocht Ajax ook altijd weer contact met hem. Dus het was nooit dat bestuurders bij Ajax dachten zich te kunnen veroorloven om hem eens in Barcelona te laten. Het is altijd een hele rare wisselwerking tussen Cruijff en Ajax geweest.’
Louis van Gaal speelde tijdens de Fluwelen Revolutie de rol van oppositiepartij. Iets wat Cruijff volgens betrokkenen moeilijk kon verkroppen. ‘Een andere ontdekking van mij was dat Cruijff niet kon uitstaan dat Van Gaal of Co Adriaanse een functie kreeg bij Ajax. Dan kwam Cruijff altijd met alternatieven. Hij gunde Van Gaal, ik denk zelf vanwege het succes, het licht in de ogen niet. Ik denk ook dat het andersom veel minder was. Dus elke keer dat Van Gaal om de hoek kwam kijken, kwam Cruijff met een andere naam voor een functie. Dat deed hij altijd via de hem welgezinde media, zoals De Telegraaf en Voetbal International onder Johan Derksen. Hij wist wel wie hij moest vinden en dan kwam er weer een bittere column. Maar hij is zeker een grootheid en hoefde zich maar aan de poorten te melden en er was beroering. Als een andere (oud-)speler dat had gedaan, was er nooit zoveel beroering geweest. Cruijff zorgt altijd voor onrust, maar is een grootheid. Of je het nu wilt of niet.’
'Er werd voor gezorgd om het eerste elftal een eiland te laten zijn'
David Endt was één van de mensen die middenin de machtsstrijd binnen Ajax stond. Als elftalbegeleider van Ajax 1 kreeg hij de opdracht om het interne gekonkel ver weg te houden van de spelers. ‘Het elftal en mijzelf zijn twee verschillende entiteiten, maar er werd voor gezorgd om het elftal, zeker in de vlammende revolutie, een eiland te laten zijn', vertelt Endt. 'Niet beïnvloedbaar door alle zaken er omheen. Bijna onmogelijk, want via de media krijg je vrijwel alles wel mee, maar zonder dat het invloed had op onze groep. Maar ik ben niet alleen Ajacied op dat terrein, ik ben Ajacied op een heel breed terrein. Ik ken de historie, ik ken Cruijff ook al sinds zijn zestiende, maar ik zag ook dingen gebeuren en stapte ook wel eens van dat eiland af en zag wat voor enorme invloeden er binnen de club werden aangewend.’
De schrijver en columnist weet waar een machtsstrijd toe kan leiden. ‘Je zag hoe Cruijff zijn partijen kiest. De meest invloedrijke media worden gehanteerd om macht uit te oefenen. Dat werkt ook andersom, want de media weten ook hoe ze macht kunnen uitoefenen en hebben daar weer Cruijff voor nodig. Het is een wisselwerking: misschien vinden de personen elkaar niet leuk, maar ze hebben elkaar nodig om macht uit te oefenen. Bij de één leidt macht tot de verkoop van kranten en voor de ander tot een invloedrijke positie binnen een wereld. Ik heb daar altijd met een gezonde, kritische blik naar gekeken. Ik heb nooit gedacht van: omdat iemand een grote naam heeft, ben ik daar voor. Ik wilde gewoon kijken wat zinnig is en wat niet.’
Kamp Cruijff vs. Kamp Van Gaal
De verdeling binnen de club heeft volgens Endt, die zelf onpartijdig wilde blijven, een grote rol gespeeld voor zijn vertrek bij de club in 2013. ‘Maar toen Ajax in kampen werd verdeeld, werd dat niet getolereerd, want als je niet voor de één was, was je voor de ander. Dat gold vooral voor, ze hebben zelf die titel bedacht, Kamp Cruijff. En ik dacht: ik ben niet Kamp Cruijff of het kunstmatig genoemde Kamp Van Gaal, wat helemaal geen kamp was, maar dat werd door de andere partij zo genoemd. Ik zei: ik ben Kamp Ajax en wil zinnigheid en geen oneerlijke toestanden. Ik wil niet dat mensen met een dolk in de rug gestoken worden of om niets worden weggestuurd, beschadigd of wat dan ook. Daardoor was ik misschien een onafhankelijke pion in het midden, maar ik kreeg wel het etiket dat ik bij een kamp hoorde. Ik heb een zeer grote sympathie voor Louis van Gaal, maar ben schatplichtig als jongetje aan Cruijff, want die heeft me ook gelukkige momenten bezorgd in mijn leven. Dus voor mij voelde het helemaal niet zo dat ik bij één of ander kamp zat ofzo, maar ik hoopte dat ik nog wel onafhankelijk kon blijven denken van wat goed en kwaad was. Dat was een beetje tegen het zere been van anderen. Uiteindelijk denk ik dat het wel een rol heeft gespeeld in mijn vertrek, maar ze hebben nooit willen zeggen dat het een reden was om me weg te halen van een plek waar ik misschien veel invloed zou kunnen hebben.’
De dertigste landstitel van Ajax in 2011 was middenin de onrust een meer dan welkome prestatie. ‘Dat was meer een ultieme ontsnapping aan alle ellende om je heen. Dan had je natuurlijk het fenomeen dertig en de manier waarop het gebeurde met de apotheose in de laatste speelronde als een soort finale. Dat kwam er allemaal bij en raakte de emoties. Je probeerde krampachtig binnen dat team, nu zit ik weer op dat eiland, om al die invloeden buiten te houden. Dat was ook min of meer een afspraak tussen Frank de Boer en de revolutionairen, om dat niet te veel binnen te laten dringen.’
Plaats reactie