John Bosman kijkt met een goed gevoel terug op zijn debuut in Ajax 1. De spits was op 20 november 1983 de vervanger van Marco van Basten, die te maken kreeg met de ziekte van Pfeiffer. Het kwam als een verrassing voor Bosman, die dat seizoen vaak op de bank zat en tot aan Ajax - Roda JC nooit mocht invallen.
'Het was op een zaterdagavond - mijn vader was jarig en het huis zat vol met mensen - en toen werd ik gebeld door Aad de Mos. Hij zei: morgen sta je in de basis tegen Roda JC', vertelt Bosman in gesprek met Ajax TV. 'Toen moest ik me voorbereiden op de wedstrijd, dus ging ik vroeg naar bed. De volgende dag maakte ik mijn debuut.'
De huidige spitsentrainer van Ajax kan niet ontkennen dat er iets van zenuwen bij kwamen kijken. 'Je bent gespannen en ermee bezig. Aan de andere kant moet je een wedstrijd spelen. Het heeft geen zin om heel zenuwachtig te zijn, want je wilt het goed doen. Je probeert zo ontspannen als mogelijk aan die wedstrijd te beginnen. Als je eenmaal bezig bent, valt het van je af. En als je een paar goede ballen raakt, krijg je steeds meer vertrouwen.'
'Het mooiste was dat ik scoorde bij mijn debuut. Daar droom je van', vervolgt Bosman, die het doelpunt nog goed voor zich kan krijgen. 'Ik kreeg een voorzet van rechts van John van ’t Schip en ik stond vrij op vijf meter van het doel. Ik zag de bal komen en kopte de bal in de hoek. Het was voor mij een enorme bevrijding en opluchting.'
Debuutshirt Bosman
Wanneer er vandaag de dag een Ajacied debuteert, mag de speler in kwestie zijn debuutshirt steevast mee naar huis nemen. In de tijd van het debuut van Bosman echter, lag dat nog iets anders. 'Die ging gewoon weer terug in de was, want zo veel shirtjes hadden we in die tijd niet. Ik denk niet dat je die shirtjes toen mocht houden', vertelt Bosman zelf.
Plaats reactie