Peter Boeve, verdediger van Ajax van het jaar 1979 tot en met 1988, ziet gelijkenissen tussen het seizoen 1986/1987 en het seizoen van nu. Ook toen kwamen de Amsterdammers uit een periode van teleurstellende Europese prestaties, om vervolgens een geweldige prestatie neer te zetten.
'Dat mag je gerust magere jaren noemen', opent Boeve over de matige Europese prestaties in de jaren tachtig in een gesprek met de NOS. 'We lagen er altijd heel snel uit in Europa.' Tot het seizoen 1986/1987, toen Ajax aan de hand van Johan Cruijff en Marco van Basten hoge ogen gooide in de Europa Cup II. 'Na zo'n lange tijd was dat wel onverwacht, ja, net als het internationale succes van nu. Bovendien zie ik wel meer parallellen: ook nu speelt Ajax met durf naar voren, zoals we dat toen deden onder Johan Cruijff. En door dat succes kregen Ajax en het Nederlands voetbal eindelijk weer wat aanzien in de landen om ons heen.'
Ajax schopte het toentertijd tot de finale en wist ook die te winnen. Het werd 1-0 tegen Lokomotiv Leipzig. 'Dat was geweldig om mee te maken. Ik heb mensen zien huilen van blijdschap omdat Ajax eindelijk weer meetelde. En dat is nu weer het geval. Vorige week was ik bij de heenwedstrijd tegen Lyon en toen zag ik net zoiets: iedereen was lyrisch. Ik heb de Arena nog nooit zo mooi gezien. Het zal te maken hebben met de aangekondigde naamsverandering van het stadion', sluit hij af met een knipoog.
Plaats reactie