Shota Arveladze kijkt met goede gevoelens terug op zijn tijd bij Ajax. De Georgiër kwam in de zomer van 1997 als grote onbekende over van het Turkse Trabzonspor, maar ontpopte zich al snel tot een zeer geliefde Ajacied.
Arveladze zag Ajax halverwege de jaren negentig als Europese top. De Amsterdamse club won de Champions League en was in 1996 finalist. 'Ik weet nog dat er mensen in Georgië en Turkije waren die vroegen: ga je naar Ajax? Voor het tweede elftal? Ze dachten niet dat ik de kwaliteiten had om bij Ajax te slagen', zegt Arveladze in gesprek met ELF Voetbal Magazine. 'Wat Frank de Boer een keer in een interview zei zal ik nooit vergeten. Hij zei iets van: wat Shota in zijn eerste week liet zien was al meer dan Ivan Gabrich in een jaar. Ik vond snel mijn draai en maakte 25 goals in de Eredivisie.'
Arveladze kwam als onbekende speler bij Ajax en in die tijd was internet nog niet voor iedereen toegankelijk. Bovendien bestonden Facebook en Instagram nog lang niet. 'De jongens wisten niet goed wie ik was. Dan krijg je al snel een bijnaam. Volgens mij noemde Martijn Reuser mij als eerste Mister Bean. Ik had geen idee wie dat was, totdat ik hem een keer op de tv zag. Toen kon ik me wel vinden in die vergelijkingen, haha. Ik kon wel lachen om die bijnaam. Ik werd later ook Showtime Arveladze genoemd. Dat had met mijn prestaties op het veld te maken.'
Uiteindelijk was het voor Arveladze een droom om voor Ajax te spelen. 'En na vier seizoenen bij Rangers was er nog een kans om terug te keren naar Amsterdam. Danny Blind was toen trainer, maar Ajax koos voor Markus Rosenberg als de nieuwe spits. Ik vond het jammer, maar door die keuze kwam AZ voor mij in beeld en daar heb ik ook een hele mooie periode gehad.'
Plaats reactie