Het geluk van Ismail Aissati zat de laatste maanden in kleine dingen. Op 22 januari jongstleden was er zoân moment. Na een ellenlange periode van herstel- en krachttrainingen mocht de jongeling van Ajax die dag naar buiten. Eindelijk weer gras onder zijn voeten. Al betrof het een trainingsvorm die iedere voetballer verafschuwt - uitputtend loopwerk, in geen velden of wegen een bal te bekennen - na afloop zei Aissati: 'Ik ben zo blij als een kind'.
In dezelfde gemoedstoestand kwam de twintigjarige middenvelder vorige week zondag na afloop van de wedstrijd tegen FC Volendam de kleedkamer uitgelopen. Voor de tweede keer dit seizoen had hij bij de A-selectie gezeten, na de openingswedstrijd tegen Willem II. Toen, 30 augustus 2008, kwam Aissati niet tot speelminuten. Ruim een week later sloeg het noodlot toe. Tijdens een wedstrijdje met Jong Ajax tegen de beloften van Volendam verdraaide hij zijn rechterknie.
De eerste diagnose was een hersteltijd van vier tot zes weken. Maar weken werden maanden, een meniscusoperatie bleek noodzakelijk en begin december gloorde dan eindelijk zijn debuut in de hoofdmacht. De rode draad tijdens zijn eerste jaar in dienst van Ajax zou Volendam blijven. In de aanloop naar de uitwedstrijd in het Palingdorp trainde Marco van Basten zijn selectie meerdere keren op kunstgras, om de omstandigheden in het Kras Stadion na te bootsen. Het nepgras wierp Aissati ver terug in zijn herstel; zijn rechterknie stroomde weer vol met vocht. 'Dat was het allerzwaarste moment van die hele periode', vertelde Aissati zondag. 'Ik had al met Jong Ajax meegedaan, het ging de goeie kant op. En toen kon ik weer opnieuw beginnen.'
Vorig jaar zomer spraken we elkaar in het traditionele trainingskamp van Ajax in De Lutte. Aissati was halsoverkop van PSV naar Ajax gekomen en had er zin in. Het angsthazenvoetbal van interim-trainer Sef Vergoosen had zijn plezier in voetbal stevig aangetast. Het minieme aantal speelminuten had zijn humeur die laatste perio
Plaats reactie