Menno Pot vindt dat André Onana een persoonlijke aanmoediging verdient van het Ajax-publiek. De columnist van Het Parool schrijft dat hij het vreemd vindt dat er met zo'n makkelijke naam nog niets is verzonnen.
'Vroeger had elke Ajacied een eigen naamyell. Vanaf de Diemenzijde van De Meer zongen we elke speler toe tijdens de warming-up, net zolang tot hij even zwaaide. Dan gingen we door naar de volgende', weet Pot nog. 'Een yell voor Onana, dat is toch een must? De man deed onmiddellijk wat Jasper Cillessen nooit lukte (een penalty stoppen), kan een verrukkelijke grabbelaar zijn en maakt gekke Snapchatfilmpjes, waarin hij in de camera kijkt alsof hij paddo's heeft gesnoept. Kortom: een cultfiguur. Met de makkelijkst yellbare naam uit de geschiedenis van het voetbal. Onana. Het ís al bijna een yell.'
Hij besluit: 'Het is een gotspe dat ík (41 jaar oud en vocaal met pensioen, een ex-druktemaker zoals het gros van mijn Diemenzijdegeneratie) met suggesties moet komen, maar vooruit: wellicht een bewerking van Live is life van Opus ('O-na-nanana') of desnoods iets met de na-na-naclimax van de EK-hit Will Grigg's on fire. Mogelijkheden zat. Tijd om onze supportersplicht weer eens te vervullen: de hoofdzaken van de bijzaken scheiden en ons vervolgens richten op laatstgenoemde categorie. Zoals dat hoort op de tribune. Te veel Ajacieden zijn dat vergeten.'
Plaats reactie