Voormalig Oranje-international Willem van Hanegem vindt het eigenlijk wel prima zo: voetbalwedstrijden zonder publiek. Volgens de voormalig topvoetballer zit het in de stadions vol met 'carnavalspubliek', terwijl het zaak is dat er ook nog ware liefhebbers van het spel overblijven, zo schrijft hij in zijn column in het Algemeen Dagblad.

Bij de clubs in het betaalde voetbal worden volop seizoenkaarten verkocht, ook al is het nog lang niet duidelijk wanneer er weer publiek welkom is bij de wedstrijden. 'Dat valt best te prijzen, ze steunen tenslotte hun club', zegt Van Hanegem, waarna hij kritischer wordt. 'Ik heb wel al heel lang het gevoel dat mensen er vooral graag lekker bij willen horen, dat ze een soort druk voelen om niet achter te blijven. Dat het ze helemaal niet uitmaakt waar ze precies naar kijken.'

'Eerlijk gezegd kan ik zelf prima kijken naar wedstrijden zonder publiek, merkte ik de laatste weken', schrijft Van Hanegem vervolgens, waarna hij uitlegt wat hem dwarszit. 'Ik kreeg de laatste jaren toch al het idee dat voetbalwedstrijden een soort alternatief voor carnaval waren geworden en dat is door de Bundesliga even lekker verdwenen. Zoals Thialf vol zit met mensen die verkleed zijn als er daar wordt geschaatst, zo trokken veel mensen naar de voetbalstadions.'

Volgens Van Hanegem is het zaak dat er ook nog ware liefhebbers van het spelletje overblijven. 'Die wél met een kritisch oog naar wedstrijden willen kijken in plaats van dat monotone zingen de hele wedstrijd door. Mensen die kwaliteit herkennen', aldus Van Hanegem, die met een voorbeeld op de proppen komt. 'Toen Hakim Ziyech aanvankelijk niet dolenthousiast terugzwaaide naar de fans van Ajax, werd hij uitgefloten. Wat kan mij dat nou schelen? Kijk als fan naar hoe hij een bal op de stropdas van Quincy Promes legt, dáár kom je toch voor als fan van Ajax?'