LET OP: DIT IS EEN VERHAAL UIT 2019!
Iedereen heeft wel een favoriete Ajacied. De een houdt van die ene speler met een fijne steekpass, de ander kan genieten van een verdediger die al zijn duels wint. Het verhaal achter die populaire voetbalnamen is echter lang niet altijd bekend. In de rubriek 'Het Verhaal Achter' gaan we op zoek naar de achtergrond van jouw favoriet. In deel 16: De mogelijke opvolgers van de broertjes De Boer: Jurriën en Quinten Timber.
Als het begrip ‘twee handen op één buik’ een gezicht zou hebben, dan is het de tweeling Jurriën en Quinten Timber uit Utrecht. Ze werden samen geboren op 17 juni 2001 en ontwikkelden zich tot twee geweldige gasten in een warm en hecht gezin. Hardwerkende moeder Marilyn is de steun en toeverlaat en broers Shamier, Chris en Dylan staan om hen heen. Zij aan zij bestormt de Ajax-tweeling onbezorgd de wereld. ‘Ze hebben elkaar, dat is het belangrijkste.’
Tijdens het gesprek in het Van der Valk Hotel te Utrecht worden we gelijk voor het blok gezet: of we willen aanwijzen wie op een meegenomen jeugdfoto Jurriën of Quinten is. ‘Ik had er problemen mee om ze uit elkaar te houden’, grinnikt broer Chris Coffie. ‘Dan zei ik dat Quinten een mooie actie had gemaakt, maar zei mijn moeder dat het Jurriën was. Ze hadden ook hetzelfde kapsel, dat hielp ook niet mee. Nu is de een wat langer en heeft de ander een iets ronder hoofd.’ Twan Lenders knikt instemmend: ‘Het is dat ze rugnummertjes hadden, maar anders hadden ze me zo in de zeik kunnen nemen.’
‘Als hij erbij was met zijn hoofd, dan was Quinten echt vreselijk voor de tegenstander’
Twan is de allereerste jeugdtrainer die Jurriën en Quinten hadden toen ze als vierjarige broekies begonnen bij DVSU in Utrecht. Eigenlijk mocht dat helemaal niet, maar ze waren simpelweg te goed toen ze op een woensdagmiddag met dertig kinderen een balletje mochten trappen. ‘We hadden in die tijd een heel lange wachtlijst omdat we vier verenigingen hadden die de velden moesten delen’, stelt Twan. ‘We hadden als beleid dat de kinderen die als eerste op de wachtlijst stonden, als eerste aan de beurt waren. Maar dat gold niet voor Jurriën en Quinten.’
Omdat broer Dylan sowieso aan de beurt was en Chris al bij de club rondliep, werden Jurriën en Quinten als jochies van vijf in het team van hun oudere broer gezet. Hoe jong ze ook waren, de drie broers trokken in twee seizoenen bij DVSU de kar. ‘Ik was altijd vrij eerlijk in de wisselbeurten, maar in de beslissende wedstrijden liet ik Dylan, Jurriën en Quinten langer spelen. Daar was nooit gezeur over, iedereen begreep dat. We zijn uiteindelijk kampioen geworden tegen jongens van zeven, acht jaar. Van die uit de klei getrokken gastjes uit het boerenland.’
‘Ik weet nog’, vervolgt Twan. ‘Dat we in de kampioenswedstrijd achter kwamen. Op zulke momenten zei ik weleens tegen Jurriën of Quinten dat ze mochten doen wat ze wilden. Lekker pingelen, alles naar voren… Zij waren zó goed dat ze geen enkele bal meer afspeelden, maar we toch in no-time voor stonden. Jurriën was meer een teamdenker. Als je tegen hem zei dat hij moest verdedigen, kwam er niemand meer door. Maar als je het hebt over twee of drie mannetjes passeren en dan scoren met een lobje; dat was weer meer Quinten. Als hij erbij was met zijn hoofd, dan was hij echt vreselijk voor de tegenstander.’
En dat terwijl de twee op het oog nog zo lief en onschuldig oogden. Er was zelfs weleens sprake van onderschatting. ‘Jurriën en Quinten hadden nogal een hoog aaibaarheidsgehalte. “Kijk wat schattig, die jongetjes”, hoorde ik de ouders langs de lijn zeggen. “Hè, hè, vandaag kunnen we eindelijk een keer winnen.” We waren een paar minuten bezig en de hele familie Timber had al gescoord.’
‘Plots werd er eten tegen het Feyenoord-busje aangegooid’
De hele tafel knikt als het woord aaibaarheidsgehalte valt. De schattige koppies van de Timber-tweeling staan ook bij Ankie Tukker, een goede familievriendin, nog in het geheugen gegrift. Ze weet nog goed wanneer ze de twee knulletjes voor het eerst zag lopen. ‘Ik ging regelmatig naar FC Utrecht en daar liepen ze met hun buurman Erik over het plein om naar een wedstrijd te gaan kijken. Ik vroeg meteen of het de broertjes van Chris waren. Ze werden verlegen en tijdens de wedstrijd zaten ze achter mij. Ze waren veel te klein voor de stoel, dus die beentjes bungelden in de lucht. Ze zaten heel stil met z’n tweetjes en genoten van het spelletje. Ze waren heel erg gericht op elkaar.’
Chris beaamt de woorden van Ankie en stelt dat Jurriën en Quinten twee heel rustige jongens zijn. ‘Je zette een film aan – De Lion King bijvoorbeeld - en dan zaten ze samen op de bank. Als de film al een half uur was afgelopen, zaten ze er nog, een beetje om zich heen te kijken. Dylan liep na een half uur altijd weg, Jurriën en Quinten waren heel rustig. Tijdens onze periode bij Feyenoord moesten we weleens om acht uur op de club zijn. Als we daar dan aankwamen, gingen al die jongens tikkertje spelen, maar Jurriën en Quinten stonden er gewoon bij te kijken. Heel gek.’
Broer Dylan zat vanaf 2008 tegelijk met zijn kleinere broertjes in de opleiding van Feyenoord en was vaak het slachtoffer van de onbreekbare tandem. ‘Als er iets was, dan waren zij met z’n tweeën en ik was alleen’, legt Dylan uit. ‘Als Jurriën iets op televisie wilde kijken, keek ik mee en als ik dan iets wilde zien, kwam Quinten erbij en zorgde hij ervoor dat we alsnog keken wat Jurriën wilde. In het tweede jaar bij Feyenoord reisde ik altijd met hen. Ik was altijd heel druk en er waren vaak ruzies, maar Jurriën en Quinten zaten samen met z’n tweeën naast de chauffeur. Als we eruit mochten, pakten ze hun tas en liepen ze rustig naar huis. Mij duurde het te lang, zij waren altijd chill.’
Dylan onderbouwt: ‘Ze zijn zó rustig. We reden eens dwars door de Bokkenbuurt in Utrecht met het Feyenoord-busje. Plots werden er wat ballen en eten tegen de bus aan gegooid. Ik schrok en alle jongens om me heen wisten niet wat ze moesten doen. Jurriën en Quinten keken voor zich uit. Niets aan de hand. Het boeide ze niet.’ De tijd bij Feyenoord bracht de twee broertjes sowieso al dichter bij elkaar. ‘Ze zijn door hun tijd op Varkenoord ook best veel vrienden kwijtgeraakt. Toen ik weg ging bij Feyenoord pakte ik dat weer op, maar zij hadden daar geen tijd voor. Het was trainen, school, slapen. De tijd die ze hebben, besteden ze toch meer aan familie. Ze hebben elkaar, dat is het belangrijkste.’
‘Al die jongens in hun team waren jaloers’
Ze eten hetzelfde, shoppen samen, spelen samen FIFA, houden allebei van Lionel Messi en distantiëren zich van dezelfde dingen. Toch is er volgens broer Chris één belangrijk verschil: ‘Quinten heeft van kleins af aan meer peper in zich. Oudste broer Shamier zegt altijd: “Jij denkt dat je goed bent? Kom maar dan!” Dan heb je aan Quinten een goede, die strijdt vaak hard tegen hard. Jur is daarentegen kalm. Waar Quinten fel is, een mening heeft en als-ie verliest en op de achterbank na een nederlaag niets meer zegt, is Jurriën op zijn beurt meer kritisch. Als je aan hem vraagt wat er goed ging in een wedstrijd, dan zegt hij gewoon wie wel en niet het niveau haalden. Quinten zal sneller zeggen dat het een goede wedstrijd was.’
Overeenkomsten zijn er veel meer. Ze weten wat ze willen en hebben een enorme intrinsieke motivatie. ‘Ze hebben in drie of vier weken hun rijbewijs gehaald’, geeft Chris als voorbeeld. ‘We hadden maar drie of vier weken vakantie en hebben gevraagd of die jongens elke dag konden rijden. Dus hebben ze iedere dag in de auto gezeten. Ze haalden hun theorie en praktijk meteen. Al die jongens in hun team waren jaloers. Hadden ze dat ook maar gedaan. Zij zitten nu met school, training en wedstrijden. Waar haal je de tijd vandaan om een uurtje te rijden?’
‘Ze hebben weleens dingen die ze niet leuk vinden om te doen, bijvoorbeeld zo’n vieze bak kwark in de avond tijdens de Future Cup, maar dan zijn ze wel zo serieus om mij te bellen of ik kwark naar het hotel wil brengen’, vervolgt Chris. ‘Wanneer we vroeger een film keken met de familie, gingen zij om 21.30 uur naar boven, aangezien ze volgende dag weer een dag van 08.00 tot 20.00 uur hadden. Ze hebben veel over voor hun sport. Natuurlijk worden ze gestimuleerd, want niemand kan het alleen, maar ik denk dat als je Jurriën nu bij een club in Duitsland zet en Quinten bij een team in Engeland, dat ze het allebei halen.’
‘Even geen kwark, moet kunnen toch?’
Voetbal vormt het leven van Jurriën en Quinten, al besteden ze naast hun dagelijkse bezigheden hun weinige vrije tijd graag aan andere hobby’s. ‘We gaan weleens met zijn allen wat eten of naar de bioscoop. Wippen we even langs de Albert Heijn en halen we de hele snoepwand leeg. Even geen kwark dan, maar dat moet kunnen toch? Ze houden muziek en van lekker lachen met de jongens, maar al te gek wordt dat nooit.’
Na ondertekening van hun eerste contract in Amsterdam verdienen de gebroeders Timber nu een eigen zakcent. ‘Maar je ziet ze niet met een duur klokje of Louis Vuitton-sjaaltje’, stelt Chris. ‘Wat ze wél belangrijk vinden, is een goede box. Dan draaien ze een lekker muziekje, bijvoorbeeld Nederlandse rap of Drake. Ze hebben ook een Antilliaanse playlist en kijken graag naar Netflix of Temptation Island. Als we geen tv kijken, zijn we creatief met bordspellen. Risk spelen we zelf, Monopoly ook en het is dan echt oorlog. Als je een camera erop zet, denk ik dat je Quinten veel in beeld hebt.’
‘Als Ajax op bezoek komt, gaat het om hard werken met z’n allen’
Quinten en Jurriën moesten bovenal veel laten, ook tijdens hun tijd bij Feyenoord. Twan herinnert zich een schoolvoetbaltoernooi uit die tijd, waarin de Timber-tweeling zich liet zien. ‘We haalden twee jaar op rij de halve finales. Het eerste jaar hadden we een goede lichting, in het tweede jaar maakten de Timber-broers de dienst uit. Ze speelden al bij Feyenoord, maar liepen voor de halve finale tegen een probleem aan omdat ze met hun club die middag een toernooi hadden in Venlo, bij VVV. We boden nog aan ze naar Venlo te brengen, maar Feyenoord weigerde. We scoorden niet meer en je zag gelijk hoe belangrijk Jurriën en Quinten waren. Een paar barsten zelfs in huilen uit toen ze hoorden dat ze niet kwamen.’
De keuze voor Feyenoord kwam in 2008, nadat meerdere scouts langs de amateurvelden hun interesse kenbaar hadden gemaakt. ‘Ik maak geen geintje dat op een zaterdagochtend in de stromende regen drie mannen langs de kant stonden. Het was heel cliché’, vertelt jeugdtrainer Twan, die scouts opnoemt van FC Utrecht, Feyenoord en Ajax. Chris valt bij: ‘We hadden het niet zo breed thuis en hadden twee keuzes: Quinten, Jurriën én Dylan naar Feyenoord, of Quinten en Jurriën naar Ajax. In Amsterdam konden ze vier, vijf keer trainen, maar moesten we ze wel ophalen. Ik had nog geen rijbewijs, dus dat ging niet. Feyenoord had daarentegen een busje.’
De keuze viel op Rotterdam, waar Jurriën en Quinten zich eerst als aanvallers en daarna als verdedigers ontpopten tot sterkhouders. Toen bleek dat men op Varkenoord potentie zag in Quinten als centrale verdediger, besloot de familie in te gaan op avances van andere clubs. ‘Er speelden wat dingen bij Feyenoord, waaronder de positie van Quinten. Hij is dunner en heeft niet het formaat van Vincent Kompany of Virgil van Dijk. Daarnaast hadden we moeite om de reiskosten van de club naar de middelbare school te betalen. Feyenoord wilde niet meedenken en toen er andere opties kwamen, dachten we: ze zijn de besten uit hun lichting, misschien is het weleens goed om iets nieuws te doen.’ Ajax gaf de doorslag, mede vanwege de focus op voetbal. ‘Bij Feyenoord is dat niet. Als Ajax op bezoek komt, gaat het vooral om hard werken met z’n allen. We hebben alles op papier gezet en de jongens de keuzes voorgelegd. Zij zeiden al snel: “Oké, is goed. We gaan naar Ajax”. Ik durf wel te stellen dat ze nooit de spelers waren geweest die ze nu zijn als ze bij Feyenoord waren gebleven.’
‘Dag mevrouw, gaat het nog goed bij Feyenoord?’
De overstap naar de aartsrivaal werd met name op het internet niet positief ontvangen. Berichtgeving over geld voor de familie deed de ronde, maar dit was volgens Chris allerminst aan de orde. Ajax was eigenlijk als allereerste club geïnteresseerd, toen de jongens nog heel klein waren. Het zocht bij onderlinge wedstrijden met Feyenoord vervolgens altijd contact met de Timber-familie. ‘“Dag mevrouw, gaat het nog goed bij Feyenoord”, hoorde je dan. Ajax stond op pole position en heeft nooit losgelaten.’
‘Bij Ajax zijn ze eigenlijk altijd de leiders in de groep geweest. Niet alleen omdat je de beste bent, maar ook omdat je met z’n tweeën bent’, aldus Chris, die benadrukt dat de eerste anderhalf jaar wel lastig waren. Door veel blessureleed had coach Gery Vink de handen vol aan hen. ‘Vooral mentaal. Ze kwamen van Feyenoord naar Ajax en hadden nooit blessures. Toen kwamen ze in de groei en sukkelden ze met kwetsuren. Dan was de een fit, dan de ander. Vink is een harde trainer, maar ook een heel lieve vent. In hun tweede jaar heeft hij ze enorm geholpen. Je moet leren omgaan met pijntjes en dat legde hij ze continu voor.’
Inmiddels heeft het duo een eigen fysio en doen ze oefeningen vanuit Ajax thuis. Volgens Chris worden ze stapje voor stapje professioneler. Dat moet zich uiteindelijk uitbetalen in een gezamenlijk doel: voetballen in de Johan Crujff ArenA. ‘De kenners noemen altijd allerlei namen, maar deze jongens komen er wel. Ze genieten van de wedstrijden met steeds meer publiek, van de verantwoordelijkheid en van het trainen met het eerste. Euforisch worden ze daar niet van, nee. Ze hoeven ook niet op de foto met Hakim Ziyech, hopelijk staan ze er over een à twee jaar zelf.’
Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: B.vanderploeg@ajaxshowtime.com)
Sjors van Veen (Twitter: @SjorsvanVeen | e-mail: sjorsvanveen@live.nl)
Lees meer 'Het Verhaal Achter':
Deel 1: Frenkie de Jong
Deel 2: Vince Gino Dekker
Deel 3: Kasper Dolberg
Deel 4: Kaj Sierhuis
Deel 5: Lasse Schöne
Deel 6: Matthijs de Ligt
Deel 7: Donny van de Beek
Deel 8: Jeffrey de Lange
Deel 9: Daley Sinkgraven
Deel 10: Noa Lang
Deel 11: Zian Flemming
Deel 12: Sebastian Pasquali
Deel 13: Maximilian Wöber
Deel 14: Ryan Gravenberch
Deel 15: Danilo Pereira Da Silva
Plaats reactie