Alfred Schreuder kijkt terug op een prachtige periode in dienst van Ajax. De oefenmeester uit Barneveld werd anderhalf jaar geleden aangesteld als assistent-trainer van Ajax en sindsdien maakte de Amsterdamse club geweldige successen mee: de dubbel werd gewonnen en in de Champions League werd de halve finale bereikt. Schreuder vertrekt nu naar TSG 1899 Hoffenheim, waar hij hoofdtrainer wordt. Een gesprek over zijn rol bij Ajax, Dusan Tadic, Hakim Ziyech, Lasse Schöne, de kritiek vanuit de media, tactiek en de warmte binnen Ajax.
‘Dit had niemand van tevoren verwacht. Als je het in één woord moet samenvatten was het overweldigend. Ik had het voor geen goud willen missen’, geeft Schreuder in een eerste reactie aan wat hij van zijn periode bij Ajax vond. Toch vertrekt hij nu bij Ajax om een nieuw avontuur aan te gaan bij Hoffenheim in Duitsland. Spijt daarvan heeft hij niet. 'Nee, van dit soort dingen hoef je geen spijt te hebben. Ik had het zeker voor me kunnen zien dat ik langer bij Ajax was gebleven en dat had Ajax ook. Maar de uitdaging die ik bij Hoffenheim krijg, trekt mij persoonlijk enorm aan. En dat heeft ertoe geleid dat Marc Overmars mij heeft laten gaan. Het is een samenloop van omstandigheden: de ambitie om hoofdtrainer te worden en de Bundesliga. Dit is voor mij een enorme uitdaging', aldus Schreuder, die ontkent dat Ajax plannen had om Schreuder in de toekomst aan te stellen als hoofdtrainer mocht Ten Hag op een dag vertrekken. 'Daar is nooit sprake van geweest. Als het wel zo zou zijn, had ik het niet kunnen zeggen, maar het is echt niet gebeurd.’
‘Daar ben ik Ten Hag dankbaar voor’
De rol van Schreuder bij Ajax was een belangrijke. Dat kunnen we wel opmaken uit de woorden van bijvoorbeeld Erik ten Hag en oud-Ajacied Maximilian Wöber. Zo zei Ten Hag bij Inside Ajax het volgende: 'Die (de rol van Schreuder bij Ajax, red.) is heel groot, want hij heeft een bepaalde taak die op het trainingsveld ligt. Zeker ook in de voorbereiding op de tegenstander. Dan is hij duidelijk. Hij heeft een grote bijdrage geleverd aan de speelwijze. Ik ga hem heel erg missen’, aldus Ten Hag, terwijl Wöber ook complimenteus is over Schreuder. ‘De trainersstaf is tactisch zeer sterk. Trainer Erik ten Hag houdt zich vaak wat meer op de achtergrond. Een grote rol is dan ook weggelegd voor assistent Alfred Schreuder.'
Wanneer Schreuder geconfronteerd wordt met deze uitspraken, reageert hij bescheiden. ‘Het enige wat ik erover kan zeggen is dat Ten Hag mij vrijheid heeft gegeven, waardoor ik mijn kwaliteiten kwijt kon en daarmee heb ik geprobeerd het team en Ajax te helpen en Erik daarin te ondersteunen. Dat was mijn rol. Ik heb veel op het trainingsveld gedaan, qua trainingen en oefenvormen. Ik denk dat we daar binnen Ajax wel enorme stappen in hebben gezet. Dat was geweldig om te doen.’
Nee, een assistent-trainer die alleen de pionnen uitzette was Schreuder niet bij Ajax. ‘Het was veel meer dan dat. Daar ben ik Erik dankbaar voor. Dat hij mij die kans en ruimte heeft gegeven. Of het te vergelijken is met de Engelse variant waarbij Ten Hag de manager is en ik de veldtrainer? Hmm….misschien wel, misschien wel. Maar Erik deed ook veel trainingen. We bedachten samen trainingen die bij onze manier van spelen pasten. En uiteindelijk bepaalde Erik hoe er getraind werd, al denk ik wel dat ik veel invloed heb gehad in de manier van trainen. Erik omschreef het laatst goed. Iedereen had zo zijn rol. Aron (Winter, red.) en Richard (Witschge, red.) hadden hun taken, Carlo (L’Ami, red.) had de keepers, Björn (Rekelhof, red.) deed de fysieke dingen en ik de voetbalinhoudelijke oefeningen.’
Erik ten Hag gaf zijn assistent-trainer Alfred Schreuder de ruimte en de kans om veel werk te verrichten op het trainingsveld qua trainingsvormen en oefenvormen. 'Daar ben ik Erik dankbaar voor.'
‘Hoe Overmars dat voor elkaar heeft gekregen, is fantastisch'
Een andere belangrijke rol had Schreuder in de komst van Dusan Tadic. De komst van de Serviër bleek een schot in de roos voor Ajax en de vertrekkend assistent-trainer legt uit hoe de komst van Tadic in gang werd gezet. ‘Ik kende Dusan van FC Twente, hoofdscout Henk Veldmate kende hem van FC Groningen. Wij hebben Ajax toen geadviseerd om Tadic te halen, dat klopt. Dat heb ik vanaf dag één gezegd. Maar dat moet je ook nog maar voor elkaar zien te krijgen. Het is ongelooflijk dat Overmars en Ajax hem en Blind hebben kunnen halen.’
Schreuder geeft aan dat Blind en Tadic belangrijk zijn geweest voor Ajax. 'Ja, heel belangrijk. Daley en Dusan hebben in de Premier League gevoetbald, kennen het ritme van veel wedstrijden en zijn voor Ajax absolute topspelers’, vervolgt Schreuder, die vertelt waarom hij Tadic zo graag in Amsterdam wilde zien spelen. ‘Van Dusan wist ik dat hij een ongelooflijke drive en mentaliteit had, buiten zijn voetbalkwaliteiten om. Ik dacht dat het voor jonge spelers enorm belangrijk was om dat ook te krijgen. Dat is het enige wat ik heb aangegeven waarom ik zou vinden dat Tadic belangrijk zou kunnen zijn. Veldmate heeft bij Overmars eigenlijk precies hetzelfde aangegeven. Marc heeft toen onderzocht of hij haalbaar is en uiteindelijk is het hem gelukt.’
Hoe Tadic het voetbal benadert, is in de ogen van Schreuder enorm belangrijk voor jonge spelers. ‘Maar ook binnen Ajax hebben we jonge spelers die al heel professioneel zijn’, voegt de oefenmeester eraan toe. ‘Neem Matthijs en Frenkie, dat zijn ook geweldige profs. Maar het versterkt elkaar. Als je een team samenstelt, wat Marc en Erik hebben gedaan, kijk je naar wat voor gezamenlijk doel ze hebben. Dat was prijzen winnen en dat straalden ze vanaf de eerste dag van het seizoen uit. Dan is het heel prettig werken met zo’n groep, dat merk je aan alles als trainer. Hoe Marc het voor elkaar gekregen heeft om dit team bij elkaar te krijgen, is natuurlijk fantastisch. Wij als trainers hebben natuurlijk ook een belangrijke rol, maar we moeten ook beseffen dat we nergens zijn zonder spelers. Je bent op een gegeven moment zo goed als dat je spelers zijn. Als je dan een klik krijgt met de spelers en ze geloven in de manier van spelen en trainen, werkt dat als doping. En ja, dan kun je winnen van clubs als Real Madrid en Juventus.’
Dat Ajax dergelijke teams zou kunnen verslaan, was voor Schreuder al vrij snel in het seizoen duidelijk. Eerder ook dan menigeen wellicht zou denken. ‘Ik denk na de thuiswedstrijd tegen Standard Luik. Hoe overtuigend we die wedstrijd toen wonnen was voor mij wel een moment van: oké, dit kan weleens heel goed gaan worden. We moeten steeds naar de eerstvolgende wedstrijd kijken, maar voor mijn gevoel was Luik wel de moeilijkste tegenstander in de voorrondes. Zij waren zeker beter dan Dinamo Kiev. Hoe we thuis speelden, zeker na die uitwedstrijd (van een 0-2 voorsprong naar een 2-2 gelijkspel), boekten we een relatief makkelijke overwinning. Toen had ik wel zoiets van: er staat wel iets.’
‘Uitstraling om kampioen te worden begint in top van het bedrijf'
Een van de spelers die het hele seizoen uitblonk bij Ajax was Hakim Ziyech. De aanvallende middenvelder had in de zomer van 2018 een vertrekwens, maar besloot uiteindelijk te blijven. Toevalligerwijs maakte hij zijn keuze - voor zichzelf - na de thuiswedstrijd tegen Standard Luik. Een Ajax zonder Ziyech in het afgelopen seizoen is dan ook lastig voor te stellen. ‘Maar ik denk dat iedere speler zijn waarde heeft gehad. Frenkie was exceptioneel goed, Matthijs was verdedigend onverstoorbaar, Dusan, Ziyech, Klaas, Schöne, Blind, Tagliafico, Mazraoui, Donny, Neres, Veltman, Dolberg, Onana...iedereen had zijn rol’, aldus Schreuder, die eigenlijk iedereen wel kan opnoemen. ‘Misschien heeft iedereen wel zijn beste seizoen gedraaid. Voor ons als staf was dat geweldig om mee te maken.’
Dat Ziyech uiteindelijk bij Ajax is gebleven, heeft uiteindelijk voor iedereen goed uitgepakt. Op de vraag of Schreuder een rol heeft gehad in het langere verblijf van Ziyech geeft hij een ingetogen antwoord. ‘Vanaf dag 1 bij FC Twente heb ik een goede band met Hakim gehad en die band is altijd gebleven. Maar de credits gaan naar Marc Overmars toe. Hij heeft ervoor gezorgd dat Hakim is gebleven, net als dat hij en Ajax ervoor hebben gezorgd dat Tadic is gekomen. Dat heeft niet Schreuder gedaan', aldus de trainer, die niet ontkent dat een goede band met Ziyech en Tadic een rol heeft gespeeld. 'Ja, natuurlijk. Dat is altijd een voordeel.’
Waar Ziyech een seizoen eerder nog uitgefloten werd, werd hij in het afgelopen seizoen een publiekslieveling. Steeds vaker ook was de glimlach op het gezicht te zien van de Marokkaans international. De vraag is dan ook of Ziyech beter gaat spelen wanneer hij het vertrouwen voelt vanuit het publiek. 'Ik denk dat ieder mens daar op een bepaalde manier gevoelig voor is, maar ik denk niet dat Ziyech er extreem gevoelig voor is’, zegt Schreuder, die de oorzaak van het goede spel van Ziyech en Ajax ergens anders zoekt. ‘Hij en de andere jongens voelden dat de club echt wat wilde bereiken. Iedereen binnen Ajax wilde echt kampioen worden en dat gevoel is volgens mij het belangrijkste. Vanaf dag 1 heeft de club dat uitgestraald en dat begint in de top van het bedrijf. Van der Sar, Overmars en Slop hebben dat naar buiten toe uitgestraald door deze selectie samen te stellen en daar moesten wij dan mee werken.’
'Vanaf dag 1 bij FC Twente heb ik een goede band met Hakim gehad en die band is altijd gebleven. Maar de credits gaan naar Marc Overmars toe. Hij heeft ervoor gezorgd dat Hakim is gebleven, net als dat hij en Ajax ervoor hebben gezorgd dat Tadic is gekomen', aldus Schreuder.
‘Combinatie met Lasse en Frenkie is zo gegroeid’
Een opvallende rol in het afgelopen seizoen was ook weggelegd voor Lasse Schöne. De Deen overleeft al jaren iedere storm, sommige critici hebben hun twijfels, maar iedere Ajax-trainer stelt hem uiteindelijk toch weer op. Schreuder legt uit waarom dat zo is. ‘Lasse geeft de trainer een bepaalde zekerheid. Hij speelt altijd een zeven, is altijd constant. Je kunt ook altijd de bal bij hem kwijt en in zijn hoofd is hij een hele stabiele jongen. Dat heb je ook nodig.’
Schreuder vindt om die reden dat Schöne heel goed bij De Jong past. ‘Frenkie is namelijk heel enthousiast, wil naar voren, naar achteren, wil overal zijn. Dan heb je er iemand naast nodig die heel erg de balans bewaakt. Die combinatie met Lasse en Frenkie is ook zo gegroeid. Het spel van Frenkie mag je nooit weghalen bij een speler, maar dan moet je wel zoeken wat het beste bij hem past', zegt Schreuder. In de voorbereiding dacht men nog aan een koppel De Jong en Donny van de Beek, maar dat kwam er uiteindelijk niet. ‘Van de Beek heeft ook dat enthousiasme. Donny wil ook naar voren en dat is ook zijn kracht. Al met al is het zo perfect in elkaar gevallen.’
Voor volgend seizoen zal Ajax de puzzel op het middenveld wat anders moeten invullen aangezien De Jong gaat vertrekken. Met Razvan Marin is er al een nieuwe middenvelder gehaald. 'Hij is ons allemaal gelijk opgevallen toen we tegen Standard Luik speelden. Daardoor is hij heel intensief gescout. Het is een geweldige speler voor Ajax. Hij heeft een enorme drive, heeft scorend vermogen en is een winnaar', zegt Schreuder, die niet vindt dat Marin per se in de rol van De Jong moet gaan spelen. 'Marin wordt gewoon Marin en je moet kijken wat het beste past voor dit team. Misschien moet je anders spelen, misschien kun je hetzelfde blijven spelen', zegt de trainer, die vertrouwen heeft in Ajax in het volgende seizoen. 'Zeker, ik ben er ook echt niet bang voor (dat het misgaat, red.). Ajax zal zeker op deze manier verdergaan en die gaan echt niet van deze koers af.'
‘Hoe wij als staf met kritiek vanuit media omgaan? Niet’
Hoe perfect het seizoen van Ajax uiteindelijk ook was: niet altijd was iedereen even enthousiast over de ploeg en de keuzes van de technische staf. Zeker in het begin van het seizoen was er geregeld kritiek vanuit bepaalde media, maar bij Ajax ligt men daar niet wakker van. ‘Dat hoort bij een grote club. Kritiek in de top hoort erbij en daar moeten we mee omgaan. Er zijn ook mensen die zeggen dat we eerder hadden moeten wisselen tegen Tottenham Hotspur, dan hoor je ze. Maar als het goed gaat, hoor je ze niet. Dat weet je en dat maakt niet uit, dat is prima. Iedereen mag er wat van vinden.’
De kritiek op de technische staf loog er vaak niet om, maar men raakte er in Amsterdam niet van in de war. ‘Hoe wij als staf met die kritiek omgaan? Niet’, aldus Schreuder, die uitlegt dat men bij Ajax zelf zelfkritisch genoeg is. ‘Ik heb uiteindelijk wel geleerd dat je moet kijken: wat hebben wij deze wedstrijd goed gedaan en wat kunnen wij beter doen? Zo praten we met elkaar. Wij analyseren onze wedstrijden ook intern. Ongetwijfeld zullen we dit seizoen een paar keer niet goed hebben gewisseld, dat kan, maar we zullen ongetwijfeld ook dingen wel goed hebben gedaan. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt.’
Dat iedereen een mening heeft over ‘de grootste club van Nederland’ is dan ook een gegeven. De meningen van buitenaf kunnen verdragen, is dan ook belangrijk. ‘Je moet je eigen koers blijven varen. Dat moet je vast blijven houden. Die koers heb je immers gevaren aan de hand van je eigen visie. Daarvoor moet je continu intern blijven analyseren wat het beste is voor het team. De pers vindt er wat van, ex-spelers en ex-trainers vinden er wat van. Het zal wel, het hoort erbij. Je moet alleen luisteren naar de mensen die het echt goed zien, maar het belangrijkste is dat je naar je eigen gevoel luistert en naar je eigen ogen kijkt. Je eigen ogen zien iets en daar moet je naar handelen’, zegt Schreuder, die erop wijst dat Ten Hag zelf de keuze maakte om Tadic in de spits op te stellen. 'Uiteindelijk heeft Erik hem in de spits gezet. Erik is een van de eerste geweest die zei: “Tadic kan in de spits, wat denken jullie?”.'
‘Zei op een gegeven moment dat wij 3-1-5-1 spelen’
Ten Hag, Schreuder en de rest van de technische staf volgden hun eigen visie en wisten Ajax al snel in het afgelopen seizoen zeer aantrekkelijk voetbal te laten spelen. Geheel volgens de traditionele Ajax-filosofie - 4-3-3 met de punt naar achter - gebeurde dat niet. ‘Nee, dat was het niet’, geeft Schreuder toe, waarna hij uitlegt dat het niet per se om die traditionele Ajax-visie gaat. ‘De filosofie is volgens mij dat mensen naar het stadion komen om vermaakt te worden. Men wil aantrekkelijk voetbal zien. Je moet de spelers op posities neerzetten waar ze het beste tot hun recht komen. Als wij met Tadic en Ziyech continu aan de buitenkant blijven spelen, zijn ze niet gevaarlijk. Ze worden pas gevaarlijk als ze aan de binnenkant spelen. Ze zijn anders dan de vroegere buitenspelers, maar je moet je altijd aanpassen aan de krachten van je eigen spelers.’
Ajax speelde op papier vaak volgens een 4-2-3-1-systeem, maar in de praktijk bleek het vaak heel anders te liggen. ‘Ik zei op een gegeven moment dat wij in balbezit 3-1-5-1 spelen. Daarbij schuiven beide backs door en Frenkie zakt terug. Als je een foto maakt van ons beeld in de opbouw staan wij soms in een 3-1-5-1, maar soms ook in een 3-2-4-1. Dat is geen systeem, maar een veldbezetting’, aldus Schreuder, die vindt dat men in Nederland het woord ‘systeem’ meer moet loslaten en meer moet denken in 'veldbezetting'. ‘Natuurlijk moet je buitenspelers blijven opleiden, zij kunnen een geweldig wapen zijn, maar je moet flexibel en variabel zijn.’
Schreuder legt uit dat hij dat niet per se in Duitsland, waar hij eerder assistent-coach was bij TSG 1899 Hoffenheim, geleerd heeft. ‘Nee, volgens mij helemaal niet. Het is al heel oud. Dennis Bergkamp heeft vroeger nog als rechtsbuiten gespeeld. Sommige spelers kunnen overal spelen. Dat moet je ook durven te doen. Davids heeft in 1995 ook "op vier" gespeeld. Ik denk dat je daar flexibel en variabel in moet durven te zijn. Het moet voor spelers wel herkenbaar zijn wat ze moeten doen en daar wordt dagelijks op getraind.’
'Erik omschreef het laatst goed. Iedereen had zo zijn rol. Aron (Winter, red.) en Richard (Witschge, red.) hadden hun taken, Carlo (L’Ami, red.) had de keepers, Björn (Rekelhof, red.) deed de fysieke dingen en ik de voetbalinhoudelijke oefeningen.’
‘Heel erg trots dat ik bij Ajax gewerkt heb’
Het vasthouden aan de eigen filosofie door de technische staf heeft er mede voor gezorgd dat Ajax in het afgelopen seizoen de dubbel wist te winnen en de halve finale van de Champions League wist te bereiken. Schreuder kijkt dan ook terug op een mooie periode in Amsterdam en hij gaat de club dan ook zeker wel missen. ‘Natuurlijk onze staf met Pieter (Morel, video-analist, red.), Erik, Richard, Aron, Carlo en Björn. En vooral de warmte binnen Ajax’, zegt Schreuder. ‘Niet specifiek een persoon, maar vooral de club Ajax. Het beeld dat ik zelf had werd geschapen door andere mensen en wat je er zelf over leest. De warmte die er uiteindelijk heerste op de werkvloer, de mensen rondom Ajax, de jeugdafdeling en De Toekomst ga ik wel het meeste missen. Ik kreeg het gevoel dat het één grote familie is. Je hoorde weleens andere verhalen, maar ik heb het enorm naar mijn zin gehad.’
Schreuder geeft aan dat hij in het begin wel moest wennen. ‘De eerste paar maanden, dat zeg ik eerlijk. In Duitsland was het wel wat rustiger, minder druk. Daar hadden we een trainingscomplex waar alleen het eerste zat. Binnen Ajax gebeurt alles op De Toekomst. Het is heel druk en hectisch, maar je leert zoveel mooie nieuwe mensen kennen waar je zoveel plezier en energie uithaalt en met wie je altijd over voetbal kunt praten. Dat ga ik wel missen. Je gaat je er ook aan hechten. Aan de jeugdtrainers, aan Saïd (Ouaali, hoofd jeugdopleiding, red.), allemaal mensen die een goede job doen voor Ajax. Ik vond het geweldig hoe ik het ervaren heb.’
Voor zijn komst bij Ajax als assistent-trainer had Schreuder totaal geen verleden met of bij Ajax. Inmiddels is dat wel anders. ‘Het is de grootste club van Nederland en als je ziet hoe groot Ajax internationaal is, ben ik heel erg trots dat ik hier gewerkt heb. Intern zijn er zoveel lieve aardige mensen. Neem Herman Pinkster, die er al twintig of dertig jaar rondloopt. Dat is voor mij Ajax. Of Jan Siemerink. Hij is net nieuw, maar ook hij heeft zijn draai gevonden bij Ajax. Het is een hele warme club en dat heb ik als enorm positief ervaren.’
Tot slot rijst de vraag: kan Schreuder zichzelf inmiddels al een Ajacied noemen? ‘Dat is moeilijk om te zeggen, maar het voelt wel zo, ja. Als je zoveel succes hebt gehad met z’n allen sta je daar op het Museumplein wel met een trots gevoel en op dat moment voelde ik me Ajacied, terwijl ik ook bij Feyenoord heb gespeeld en ik ook dat een geweldige en mooie club vind. Datzelfde geldt ook voor NAC Breda, Vitesse en RKC Waalwijk. Daar heb ik ook warme gevoelens voor. In deze tijd moet dat ook kunnen en ik vind dat je dat moet durven uitspreken, want je bent wie je bent. Ik heb het ervaren als een geweldige periode en het geeft me enorm veel energie als ik eraan terugdenk en het zal mij ook weer verder helpen in mijn carrière.’
Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Plaats reactie