Iedereen heeft wel een favoriete Ajacied. De één houdt van die ene speler met een fijne steekpass, de ander kan genieten van een verdediger die al zijn duels wint. Het verhaal achter die populaire voetbalnamen is echter lang niet altijd bekend. In de rubriek 'Het Verhaal Achter' gaan we op zoek naar de achtergrond van jouw favoriet. In deel 1: het nuchtere levensverhaal van Frenkie de Jong.
Al vroeg in de morgen zetten we de gang erin richting Arkel, een boerendorp in Zuid Holland, bij de grens van Brabant en tevens de geboorteplaats van Frenkie. Hij groeide op in het plaatsje en de weg er naartoe was precies zoals je Arkel voorstelt. Na de snelweg volgt een kronkelweg met links en rechts water, tussen de bomen door volgt een rotonde en daar doemt de plaatselijke ASV op. Een amateurclub zoals die ooit bedoeld is; een groot weiland met daarvoor een prachtig hoofdveld, een knollenveldje voor de warming-up en een kantine.
Op die velden zette Frenkie zijn eerste stappen als voetballer. 'De één stond bloemetjes te plukken in het gras en de ander stond schaapjes te kijken, maar Frenkie was bezig met de bal. Hij was veruit de beste', begint Tom de Jonge, de eerste jeugdtrainer van Frenkie bij ASV Arkel. Hoewel ze niet lang van hem konden genieten, was hij wel onderwerp van gesprek. Met zijn vader John de Jong als leider en De Jonge als trainer, was al snel duidelijk dat hij onhoudbaar was. 'Frenkie was in staat om bij kluitjesvoetbal al de ruimte op te zoeken. Waarom met zestien man op een kluitje staan als daar de ruimte ligt om te scoren?'
Als zijn vader op zaterdag voetbalde, stond de kleine Frenkie de hele middag te ballen. 'Er stond één gastje op doel en dan was het schieten totdat zijn vader naar huis wilde. Ook zonder keeper stond hij de hele dag op het doel te rammen. Als de wedstrijd van zijn vader was afgelopen en het was nog licht, dan dronk John een biertje en stond Frenkie buiten op het trainingsveld.'
ASV Arkel, de club waar Frenkie begon. Zijn shirt hangt in de bestuurskamer, onder het trapveldje.
'Ik zei: "tot ziens, blijf hier maar slapen"'
Al die uren voetballen, leverde Frenkie al snel de interesse van onder meer Willem II en Feyenoord op. Hoewel zijn hele familie voor Feyenoord was, koos Frenkie anders. 'Toen hij zeven jaar was, liep hij een half jaar stage bij Willem II en Feyenoord. Ze wilden hem allebei graag hebben, maar hij koos op gevoel voor Willem II. Het was warmer, terwijl Rotterdam om de hoek lag op veertig kilometer rijden', aldus vader De Jong.
Het tekent de persoonlijkheid van de jonge middenvelder. 'Hij heeft geen druppel bier op. Met carnaval hadden ze bij Willem II een pak voor hem gehuurd, maar dat boeit hem niets. Daar is hij veel te nuchter voor', vervolgt John, die heel erg blij is met zaakwaarnemer Ali Dursun. Frenkie en hij zijn goede vrienden geworden, ze hebben dagelijks contact en Dursun regelt alles voor zijn cliënt. Hij zegt zelf: 'Frenkie focust zich op het voetbal. Meiden zeggen weleens dat hij er goed uitziet, maar dat boeit hem ook niets. Frenkie haalt zijn kleding bij de H&M, terwijl de meesten naar de P.C. Hooftstraat gaan.' De Jong: 'Als hij kleding mag halen van zijn sponsor Nike, dan neemt hij ook weleens wat voor ons mee, want hij weet niet wat hij ermee moet.'
Frenkie dwong geen respect af met dure kleding, maar met zijn voeten. 'Voordat hij zijn debuut bij Willem II had gemaakt in het eerste, was hij al super populair. Eind vorig jaar was er een oefenwedstrijd en na afloop stonden er honderden jongeren om hem heen. Ik zei: "tot ziens, blijf maar hier slapen"', lacht vader De Jong. 'We hebben altijd gezien dat hij veel talent had. Toen hij elf maanden was, trapte hij al tegen een bal aan. En niet zomaar, maar meteen goed. Als we op vakantie waren, keken mensen gewoon hoe hij een bal raakte op het strand. En hij voetbalde toen al mee met de grote jongens. Dan was hij vijf of zes en dan deed hij met gasten van tien jaar mee. En dan viel hij nóg op. We zaten altijd op een camping, honderd kilometer boven Barcelona. Frenkie had het daar geweldig naar zijn zin. Het was veertig graden, maar hij voetbalde gewoon. De hele schuur ligt vol met ballen en die moesten allemaal mee op vakantie.'
Een piepkleine Frenkie aan de bal, op vakantie en onder de lat (Privé-archief).
'Keeper vroeg zich af wat hem was overkomen'
Ook bij Willem II, waar Frenkie na twee seizoenen Arkel heen ging, maakte het talent snel indruk. Robby Hendriks, trainer van Frenkie bij de O11 en de O13, begint te stralen als het over "die kleine blonde" gaat. 'Hoe klein Frenkie ook was, hij kwam nooit in het duel. Als je hier onder de tafel door kan lopen en je moet tegen jongens spelen die twee keer zo groot zijn… Iedere aanname was in de ruimte. Hij wist precies waar de tegenstander heen ging en dan ging hij de andere kant op.'
Hendriks noemt Frenkie als zijn voorbeeld voor de huidige jongere jeugd. Frenkie is immers nuchter, altijd fanatiek en hij stuurde menigeen het bos in. 'Wij hadden eens een indoortoernooi in Rotterdam en tussen de wedstrijden door was er een penaltybokaal. Er waren nog vijf jongens over, waaronder Frenkie. De keeper van Feyenoord A1 mocht de laatste penalty’s keepen. Dan heb je zo’n klein jochie, hij pakt de bal, legt hem neer, neemt een aanloop, de keeper duikt in de hoek en Frenkie stift ‘m gewoon door het midden. Heel die zaal stond op en begon te applaudisseren. De keeper dook in een hoekje en vroeg zich af wat hem was overkomen. Dat is Frenkie.'
Volgens Hendriks was Frenkie soms zelfs té ijverig, soms iets te lief en scoorde hij weinig. Hij maakte op andere manieren het verschil. 'Andere spelers zoeken mensen op en maken een actie, maar Frenkie is ook in staat om te anticiperen op wat tegenstanders doen. Hij heeft niet van tevoren een plaatje in zijn hoofd van hoe hij het gaat doen. Als de tegenstander instapt, gaat hij er omheen, als hij terug stapt, versnelt hij.' Daarnaast noemt Hendriks nog een eigenschap. 'Hij is absoluut eigenwijs. Je kan zeggen dat hij een kant op moet lopen, maar dan antwoordt hij gewoon: “Maar zo kan het toch ook?” Je moet je als trainer wel afvragen of je gelijk hebt, want hij vindt snel een antwoord. Dat is leuk, omdat hij beseft wat er om hem heen gebeurt.'
Frenkie de Jong in de seizoenen onder Robby Hendriks. 'De kleine blonde'.
'Dat waren ook van die dikke Duitsers'
Ook Jos Bogers, jeugdtrainer bij Willem II en coach van Frenkie in de O15, is fan van zijn voormalig pupil. 'Ik had vorig jaar een interview op de website van Willem II. Toen werd aan mij gevraagd "wie is je favoriete speler?" en dan zegt natuurlijk iedere trainer Ronaldo of Messi. Ik heb toen Frenkie de Jong geantwoord. Hij was technisch fantastisch, de kwaliteit droop eraf, hij kon dribbelen, drijven, passen, trappen, hij had aannames, kon kaatsen, had handelingssnelheid. De technische vaardigheden aan de bal, het was gewoon heel natuurlijk. Talentvol. Sommige jongens trainen natuurlijk heel veel om een bepaalde kwaliteit te kunnen laten zien, maar Frenkie hoefde bijna niet te trainen om zijn kwaliteit te laten zien. Hij had al van nature de touch. Frenkie is de allerbeste middenvelder met wie ik ooit gewerkt heb. Dat sublieme, dat talent dat ervan afdruipt. Dat zie je niet veel.'
Bogers noemt Frenkie slim en vaardig. Hij dacht dat de Ajacied soms gelaten was, maar hij was juist heel fanatiek. De trainer heeft daarnaast het vermoeden dat De Jong junior andere teamgenoten weleens corrigeerde. 'Hij deed dat op zijn Frenkie’s, dat het nooit voor de buitenwereld zichtbaar was. Hij ging nooit tekeer. Maar misschien dat hij dat met een blik of met een woord in de kleedkamer wel gedaan heeft. Ik kan mij nog wel in de Onder 15 herinneren, dat – als hij iets zei -, er wel naar hem geluisterd werd. Hij was de mister van het elftal.'
Die mister van het elftal pakte ooit één rode kaart, maar Bogers begint vooral te lachen als het over de positiespelletjes tijdens de trainingen gaat. 'Wij speelden altijd positiespel, iedere training. Dan speelden we in een vrij kleine ruimte en ik denk dat ik Frenkie geen groter plezier kon doen door dat soort oefeningen in de warming-up te geven. Dan was de regel altijd: vijftien keer is dubbel en dan kregen ze het voor elkaar, met Frenkie voorop, om iemand acht of negen dubbel te laten staan. Dan moest ik op een gegeven moment kappen. Dan was het zo een ontzettende beleving. Dan hadden ze dus series gemaakt van acht keer vijftien, of acht keer achttien, of acht keer 22, niet normaal. Als je dan de ruimte zag, en je zag de weerstand, die gasten in het midden werden helemaal gek. Die werden helemaal weggetikt. Daar was Frenkie dan echt wel een hoofdrolspeler in.'
Bogers pakt zijn notitieblokje met aantekeningen van de C1 erbij en begint zijn opsomming. 'Frenkie op tien, Frenkie op tien, Frenkie op tien, Frenkie op acht, Frenkie op tien. Hier gaan we de competitie beginnen: Frenkie tien, Frenkie tien, Frenkie tien… Frenkie… wissel? Ah, hij valt in op tien.' Eén keer speelde Frenkie dat seizoen niet op tien en dat was tijdens een toernooi in Duitsland. 'Dat toernooi wonnen we, al die Duitse ploegen gingen eraan. Frenkie speelde altijd op het middenveld, maar aan het einde van het seizoen wilde ik weleens variëren. Frenkie kon toen al zo goed positiespel spelen, dat ik hem vertrouwde om rugnummer zeven te geven, maar hem op tien te laten spelen, waar eigenlijk al een andere nummer tien speelde. Dus dan moet je al een heel goed positiegevoel hebben en inzicht in de ruimte, want anders loop je elkaar de hele tijd voor de voeten. En dan ging je tegen Duitse ploegen spelen op een Duits toernooi. Nou, dat was gewoon een groot feest! Ik zie dat ik het op het Ajax-toernooi ook al gedaan had. Ja, Bochum… dat waren ook van die dikke Duitsers. Fantastisch.'
Het notitieblokje, dat Jos Bogers bewaarde. Frenkie tegen 'de Duitsers' met nummer 7, maar eigenlijk op 10.
'Ik noem hem weleens Dagobert Duck'
Frenkie wordt zodoende omschreven als een rustige, vriendelijke jongen die ontzettend goed kon en kan voetballen. Hij had er verstand van, al van jongs af aan. 'Ik weet nog dat we het Nederlands elftal aan het kijken waren en Frenkie was zeven of acht jaar. Hij zei al: ze spelen alleen maar terug. Balbezit om het balbezit, maar je wil toch vooruit voetballen? Frenkie interesseerde zich altijd al voor het voetbal, ook voor het verleden', aldus vader John. Zaakwaarnemer Dursun: 'Toen we bij Ajax op gesprek waren, kwamen De Boer, Stam en Bergkamp binnen. Ja, wat wil je dan?'
Toch is Frenkie altijd Frenkie gebleven, want zelfs bij Ajax toont hij geen gezonde arrogantie. ‘Hij kreeg een Mercedes onder zijn reet van Ajax en die kwam hij laten zien, maar daar geneerde hij zich eigenlijk voor. Hij had net zo lief een Polootje van Willem II gehad. Ik noem hem weleens Dagobert Duck. Hij verdient veel, maar geeft geen reet uit’, aldus De Jong senior, bij wie nog een verhaal omhoog komt. 'Hij werd weleens uitgeroepen tot speler van het toernooi en dan kreeg hij zo’n grote beker. Dan gingen we naar opa en oma en dan liet hij hem in de auto liggen. Hij vond het patserig om hem te laten zien. Het is geen bluffer en daar prikt hij ook snel doorheen. Trainers die tegen hem schreeuwen, daar heeft hij niks mee.'
Geen sterallures dus, al probeert Frenkie soms echt wel iets met zijn geld te doen. 'Het was mooi toen hij zijn contract ging tekenen en hij aan mij vroeg: “Pap, wil je een nieuwe auto?” Ik zei van niet, want ik heb een Suzuki en die rij ik helemaal op. Toen Frenkie zijn contract had, heeft hij zijn vader en moeder allebei wel een envelopje gegeven. Dat was een mooi moment. Hij woont nu op zichzelf en heeft een huis gekocht met zijn vriendin in Amsterdam Oud Zuid. Hij komt langs als hij vrij is. Het is leuk dat we straks ook langs kunnen komen in Amsterdam. Kunnen we lekker op stap en daar blijven slapen, haha.'
Frenkie (onderste rij, derde van links) in Willem II U11. Bovenaan in het midden Robby Hendriks.
Bram van der Ploeg (Twitter: @BvdPloegg | e-mail: B.vanderploeg@ajaxshowtime.com)
Sjors van Veen (Twitter: @SjorsvanVeen)
Plaats reactie