In de rubriek 'Uit het Oog' spreekt Ajax Showtime met oud-Ajacieden die hun sporen tegenwoordig elders achterlaten. Uit het oog dus, maar niet uit het hart. In deel 45 Tom Soetaers, tegenwoordig trainer van Out-Hoegaarden en eigenaar van Café PlaTS op het dorpsplein van zijn woongemeente Wommersom.
Zestien jaar geleden werd hij kampioen met Ajax. In de kampioenswedstrijd tegen NAC Breda (2-0) gaf Tom Soetaers bovendien de assist op het doelpunt van Zlatan Ibrahimovic. Een halfjaar later kwam er aan zijn Amsterdamse avontuur een einde. Soetaers speelde niet meer en vertrok naar KRC Genk, waar hij mooie jaren beleefde. Nu, ruim vijftien jaar na zijn vertrek bij Ajax, blikt hij terug in een interview met Ajax Showtime. ‘Voor mij is het een beetje dubbel.’
‘Ik heb anderhalf seizoen bij Ajax gespeeld. Het is dubbel in de zin van: ik kwam van het kleine Roda, als bescheiden Belg. Ik ging spelen met voetballers als Maxwell, Ibrahimovic, Sneijder en Van der Vaart, die lichting. Met de Amsterdamse bluf erbij. In het begin heb ik mij wel moeten aanpassen. Toch was het ook een hele mooie periode. Het feit dat je bij Ajax hebt mogen spelen, is natuurlijk fantastisch. Maar als ik er achteraf op terugkijk, had ik het misschien toch net iets anders moeten doen. Had ik mezelf iets meer op de voorgrond moeten duwen. Op dat moment was ik zo overweldigd door wat Ajax was en is. En ja, ik was een beetje overbluft, waardoor ik eigenlijk nooit mijn beste spel heb gespeeld bij Ajax.’
Toch moet het in je zitten: als nieuwkomer en als bescheiden persoon even op de voorgrond treden of even je bek opentrekken. ‘Ja, dat is ook zo’, zegt Soetaers. ‘Je kunt het ook wel op je eigen manier doen als het nog niet in je zit. Jongens als Sneijder en Van der Vaart waren toen achttien tot twintig jaar. Daar had ik wat meer moeten doen om in dat verhaal mee te gaan. Maar ik herinner mij Ajax als één groot fantastisch avontuur dat aan mij voorbij is gegaan. Waar ik te weinig het goede voetbal - wat ik bij Roda bracht en waarom ze mij gehaald hebben - heb kunnen laten zien.’
Tom Soetaers vormde samen met Wesley Sonck (links), Tom de Mul (rechts), Thomas Vermaelen, Stanley Aborah en Jelle van Damme een Belgisch kliekje bij Ajax. 'We hebben wel echt een mooie tijd gehad bij Ajax.'
‘Je kunt niet verwachten dat als het niet goed is, de mensen op de banken gaan staan’
Bij Ajax maakte Soetaers ook kennis met het Amsterdamse publiek. Een publiek dat op de banken staat als het geweldig gaat, maar ook een publiek dat van zich laat horen als de spelers niet brengen wat van hen verwacht wordt. ‘Het is vooral een heel realistisch publiek. In de lijn van “what you see, is what you get” en zo hoort het ook. Je kunt niet verwachten dat als het niet goed is de mensen op de banken gaan staan. Bij Roda, waar ik het maximale eruit had gehaald, werd ik op handen gedragen. Ik maakte daar mijn eerste stappen in mijn profcarrière. Dan kom je bij Ajax: een club waar je weer op nul moet beginnen en waar de standaard gewoon iets hoger ligt. Je krijgt vaak het gevoel dat je minder krediet hebt dan die Nederlandse jongen die uit de eigen jeugd komt. En dat is ook normaal eigenlijk. Ik heb geld gekost, dan moet je renderen.’
Het Ajax-publiek is er niet vies van om het elftal of zelfs spelers individueel uit te fluiten wanneer de prestaties niet naar wens zijn. ‘Dat kwam mijn spel niet ten goede. Ik ben introvert, rustig. Dan ga je nog meer twijfelen. Ik moet er wel bij zeggen dat ik nooit heb ervaren dat als ik het veld opkwam ze mij persoonlijk uitfloten, absoluut niet. Het was meer van: als het goed was, hoorde je dat. En als het niet goed was, hoorde je dat ook.'
‘Haalde mijn beste niveau niet, dat is het enige smetje’
Soetaers haalde naar eigen zeggen nooit zijn beste niveau bij Ajax. Het niveau dat hij eerder bij Roda JC en later ook bij KRC Genk wel haalde. 'Ik dacht weleens: als ik blijf staan, komt de bal misschien niet en ga ik dat foutje niet maken. Er waren ook wel wedstrijden dat het wel goed liep. Ik herinner me een wedstrijd tegen Willem II die we met 6-0 wonnen. Dan gaat het fantastisch. Je vraagt de bal en je gaat erin mee.’
‘Maar te vaak is het bij Ajax aan mij voorbijgegaan zonder mijn beste niveau te halen. Dat is het enige smetje’, zegt Soetaers, die vooral naar zichzelf lijkt te kijken. ‘Dat ik niet zoiets had van: verdomme, ik ga het nou eens laten zien. Je gaat twijfelen en je spel gaat eronder lijden’, aldus de Belg, die denkt dat Ajax op dat moment misschien wel een stapje te hoog was. ‘In de periode ervoor en in de periode erna was het kwalitatief minder, maar in mijn periode bleek het elftal – zo zou later blijken – te bestaan uit wereldvoetballers. Dat niveau lag verschrikkelijk hoog. Zelfs op trainingen moest je top zijn om erin mee te gaan. Het was een fantastisch elftal. Achttien tot negentien spelers van de kern hebben een mooie carrière gemaakt. Misschien was het net de tijd dat ik nog net niet klaar was om er voetballend in mee te gaan.’
‘Dat jongens als Zlatan en Sneijder je nog kennen, is leuk om mee te maken’
Zlatan Ibrahimovic, Maxwell, Wesley Sneijder, Rafael van der Vaart, Julien Escudé, Steven Pienaar, Hatem Trabelsi: het zijn enkele spelers met wie Soetaers bij Ajax heeft samengespeeld. Jaren later is hij er trots op met zulke spelers te hebben gevoetbald. ‘Ik heb als analist voor de televisie gewerkt. We stonden een keer in de mixed zone rondom een Champions League-wedstrijd. Toen zag Zlatan mij. Hij kwam naar mij toe, heel vriendelijk.’
‘Dat heb ik ook een keer met Sneijder gehad na een wedstrijd van Galatasaray. Dus: ze kennen mij nog. Dat is een teken dat je iets van een indruk hebt gemaakt, welke indruk maakt dan niet zoveel uit. Maar dat vind ik zeker zo belangrijk, dat menselijke. Dat die jongens je nog kennen, dat ze weten: daar heb ik mee gevoetbald. Dat is leuk om mee te maken’, aldus de nu 39-jarige oud-voetballer.
Tom Soetaers werd in zijn eerste seizoen bij Ajax direct kampioen. 'Op het plein (het Leidseplein, red.) staan met die schaal zijn dingen die je nooit meer vergeet.'
'Assist in kampioenwedstrijd, dat kunnen weinig voetballers zeggen'
We gaan terug naar 9 mei 2004. Ajax speelde in de – toen nog zo geheten – Amsterdam ArenA de kampioenswedstrijd tegen NAC Breda. Al voor rust was het duel beslist. Sneijder zette Ajax op 1-0 en vlak voor rust werd het duel beslist door Ibrahimovic. Op aangeven van, jawel, Soetaers. ‘Die titel was mooi. Op het plein (het Leidseplein, red.) staan met die schaal zijn dingen die je nooit meer vergeet. Ik herinner mij de assist op Zlatan in de kampioenswedstrijd. Dat zijn dingen die je bijblijven en die weinig voetballers kunnen zeggen natuurlijk.’
Ook het Belgische kliekje van Ajax in die tijd zorgt voor warme gevoelens bij Soetaers. ‘Met Wesley Sonck, Thomas Vermaelen, Tom de Mul, Stanley Aborah en Jelle van Damme. We hebben wel echt een mooie tijd gehad daar. Ik woonde in Amstelveen, heel gezellig. Daar heb ik goede herinneringen aan. Maar nogmaals: het enige smetje is dat het niet lang genoeg geduurd heeft en dat ik niet mijn beste niveau heb gehaald.’
‘Of ik Koeman iets verwijt? Nee, absoluut niet’
Na het kampioensjaar kwam Soetaers niet meer in de plannen van toenmalig trainer Ronald Koeman voor. De Belg kreeg in de strijd om de Johan Cruijff Schaal nog wel een basisplaats, maar na zijn rode kaart in die wedstrijd en de daaropvolgende schorsing bleef hij op de tribune zitten. De trainer iets verwijten doet hij niet. ‘Nee, absoluut niet. Als je mij zou vragen wie de beste trainer is die ik heb gehad… Aan Koeman voelde je gewoon dat hij een hele goede voetballer geweest is. Hij wist wanneer hij rust moest geven en wanneer hij welke training moest geven. Als trainer vond ik hem fantastisch.’
Soetaers geeft aan te begrijpen dat ook Koeman moest presteren. Met Nicolae Mitea, Nourdin Boukhari en Victor Sikora had Soetaers bovendien flinke concurrentie. ‘Koeman deed wat goed was voor het team. Op dat moment kijk je daar misschien anders naar, maar achteraf kun je zeggen dat hij gewoon zijn werk deed en absoluut het maximale eruit heeft gehaald. In het kampioensjaar heb ik nog zeventien wedstrijden gespeeld, dat is niet dramatisch. Ik verwijt niemand iets, alleen misschien mezelf dan.’
Als trainer van Out-Hoegaarden vierde Soetaers vorig jaar het kampioenschap. Ook dit seizoen stond de ploeg er in de Eerste Provinciale goed voor, maar vanwege de uitbraak van het coronavirus is het seizoen komen te vervallen.
‘KRC Genk was qua niveau mijn mooiste periode’
In januari 2005 vertrok Soetaers naar KRC Genk. Daar kende hij zijn beste jaren uit zijn carrière, zo vertelt hij. Er waren wat buitenlandse opties, maar de linksbuiten wilde wat dichterbij huis gaan voetballen. ‘Dichterbij mijn familie. Genk deed mij een mooi voorstel voor vijf seizoenen. Bij Genk heb ik een hele mooie periode gehad’, zegt Soetaers. ‘Ik ben een aantal keer verkozen tot maker van het doelpunt van het jaar, zat in de top vijftien-twintig van de gouden schoenen, heb de beker gewonnen en we werden vice-kampioen. Ik heb daar twee tot drie goede seizoenen gehad. Dat was eigenlijk mijn mooiste periode qua niveau dat ik gehaald heb. Bij Genk viel alles op zijn plaats, al waren de laatste twee jaar wat minder door blessures.’
Na KRC Genk ging Soetaers spelen bij KV Kortrijk en KV Mechelen, maar zijn topniveau haalde hij niet meer. ‘Op mijn 32ste vond ik het genoeg. Ik had veel blessures en kon het niet meer opbrengen. Ik ben niet de persoon om te zeggen: ik blijf voetballen, steeds wat lager om toch mijn geld op te strijken. Daar had ik geen zin meer in. Toen ben ik op een laag niveau gaan voetballen.’
Soetaers ging spelen bij Olympia Wijgmaal in de Belgische derde klasse. ‘Te vergelijken met de hoofdklasse amateurs in Nederland’, zegt hij. Daarna werd Soetaers speler/trainer op een nog lager niveau. Eerst bij WS Wommersom, daarna bij Out-Hoegaarden. Bij die laatste club is hij nu de trainer. ‘Ik blijf wel in het voetbal, maar ik heb ondertussen ook andere prioriteiten. Ik heb niet de ambitie om in het profvoetbal trainer te zijn, daar heb ik niet de drive voor. Nu train ik op dinsdag en donderdag en op zondag hebben we de wedstrijd. Ik wil niet meer terug naar de hele week trainen, waarna het hele weekend ook nog in het teken van voetbal staat. Op dit moment vind ik andere dingen belangrijker.’
‘Jammer genoeg het café nog maar een weekendje gedaan’
Met een van die ‘dingen’ doelt Soetaers op het gezinsleven, maar daarnaast ook zijn eigen café. Café PlaTS was vroeger van zijn tante en toen zij ermee stopte, nam Soetaers het over. ‘Toen ik stopte bij KV Mechelen in 2012 heb ik het vijf jaar uitgebaat. Daarna kwamen de kinderen, twee zoontjes’, zegt de oud-Ajacied, die het café ging verhuren. ‘Nu kwam het weer vrij. Ik wilde iets gaan doen en ik kook graag. Mijn vrouw zei ook: de kindjes zijn wat ouder, waarom ga je het niet zelf uitbaten?’
De spelers van Out-Hoegaarden vierden vorig seizoen de titel met trainer Tom Soetaers.
Soetaers omschrijft zijn café als een soort bistro, waar je kunt eten en drinken. De voormalig linksbuiten opende het café op 6 maart. Inderdaad, vlak voor de coronacrisis. ‘Jammer genoeg hebben we het nog maar een weekendje gedaan, maar het is nou eenmaal zo gelopen’, blijft Soetaers realistisch onder de huidige omstandigheden. In België is er voorlopig nog geen uitzicht voor heropeningen in de horeca. ‘Op 8 juni is er een volgende veiligheidsraad, maar ik denk niet dat er al iets voor cafés zal zijn. Misschien dat de terrassen open mogen, maar voor wat het mijne is – een café/drankgelegenheid – zal het nog wel wat langer duren.’
In Nederland gaan de terrassen vanaf 1 juni weer open, zij het op anderhalve meter afstand. ‘Dat las ik, maar mensen mogen nog niet aan de bar staan. Dan is het eigenlijk ook geen café vind ik. Het zal nog wel even duren. En je kunt ook niets uitsluiten op anderhalve meter. Je kruist altijd mensen, zeker in de horeca.’
Tot het normale caféleven weer kan beginnen, denkt men bij Cafe PlaTS aan andere oplossingen. Zo is men begonnen met het bezorgen van maaltijden. ‘Zo proberen we bezig te blijven. Op woensdag en zaterdag maken we twee tot drie gerechten en brengen we binnen een straal van zoveel kilometer het eten rond’, zegt Soetaers. Zijn vrouw werkt op dit moment wel, maar zijn kinderen mogen nog niet naar school. ‘Momenteel is er weinig ruimte voor meer of iets anders. Ik ga ook geen risico’s nemen, we zullen zien wat het wordt. Het is dat ik iets (het café, red.) wil doen, niet dat het moet. Het zou een ideale gelegenheid zijn geweest, dus ik hoop dat ik snel weer kan starten.’
Het gesprek over de coronacrisis, en daarbij de verschillen tussen Nederland en België, gaat nog even door. Verschillen in de manier van aanpak zijn er zeker tussen beide landen. Vlak voordat we het telefoongesprek beëindigen wil Soetaers nog iets kwijt. ‘Ik hoop dat als alles weer normaal is ik snel in Amsterdam weer een wedstrijdje kan komen kijken.’
Bart Veenstra (Twitter: @Bart_Veenstra | e-mail: b.veenstra@ajaxshowtime.com)
Plaats reactie