Erik ten Hag vraagt van de buitenspelers bij Ajax andere dingen dan de meeste trainers vragen van hun vleugelspelers, zo maakt hij duidelijk tijdens de persconferentie na Ajax - Sparta Rotterdam. Ryan Babel speelde op rechtsbuiten en moest daar nog wennen aan de taken die hij meekrijgt in Amsterdam.

'De buitenspeler hoeft niet continu tegen de lijn aan te spelen', verklaart Ten Hag dan ook. 'Hij heeft er heel veel bewegingsvrijheid, maar dan gaat het vooral om tegengestelde loopacties maken om de tegenstander in verwarring te brengen. Dat vergt aandacht en tijd. Daar moeten de ploeg en hijzelf aan gaan werken.'

Uiteindelijk zag Ten Hag, ondanks de mindere fases, overlevingsdrang bij zijn ploeg. Lisandro Martínez nam daarin het voortouw door een hard schot van de lijn te halen. 'Martínez straalt dat uit. Hij maakt foutjes van ploeggenoten goed en doet er alles aan om de wedstrijd over de streep te trekken. Het is magnifiek hoe hij dat deed, een toonbeeld.'

Tot slot verklaart Ten Hag zijn wissels. 'Ziyech valt uit, een nummer tien. Ik had kunnen kiezen voor Siem de Jong, die een heel goed trainingskamp heeft gedraaid, of voor Jurgen Ekkelenkamp, die het heel goed heeft gedaan tegen Telstar en ADO Den Haag voor de winter. We brachten Carel Eiting omdat we iemand nodig hadden die echt op zes kon spelen. Hij is een organisator en ik denk dat we dat in die fase ook nodig hadden. Dat heeft hij meer dan uitstekend ingevuld.'