In de rubriek 'Uit het Oog' spreekt Ajax Showtime met oud-Ajacieden die hun sporen tegenwoordig elders achterlaten. Uit het oog dus, maar niet uit het hart. In deel 40 Lucas Andersen, die eind juni voor even terugkeerde in Nederland om met zijn Aalborg BK te oefenen tegen Ajax.

Het is de vrijdagmiddag voor de oefenwedstrijd als wij met Andersen spreken. De Deen was tussen 2012 en 2016 Ajacied en speelt sinds vorig seizoen voor Aalborg BK, de club die hij zeven jaar geleden achter zich liet voor een avontuur in Amsterdam. 29 juni jongstleden stonden beide clubs tegenover elkaar.

'Het wordt lastig', voorspelt Andersen als hem vlak voor de wedstrijd gevraagd wordt naar zijn verwachtingen voor het duel. 'Iedereen met een klein beetje interesse in voetbal heeft de ontwikkeling van Ajax gevolgd. Ik denk dat iedereen nu weet waar Ajax voor staat als ze het al niet wisten. Het wordt dus een goede test om te zien hoe ver wij zijn vlak voordat de competitie in Denemarken begint.'

Het duel tussen beide clubs eindigde uiteindelijk in 1-1. Andersen was de gehele wedstrijd binnen de lijnen te vinden. 'Het is erg leuk om terug te komen bij de club die erg veel voor me betekend heeft in mijn ontwikkeling', liet hij van tevoren nog weten. 'Ik ben bij Ajax gegroeid als voetballer én als mens. Ik wil laten zien wat ik in mijn mars heb, zodat de andere club die veel voor me betekent (Aalborg BK, red.) ook ziet waar ik toe in staat ben.'

Andersen eind juni als speler van Aalborg BK in actie tegen Ajax, zijn oude club. Oud-ploeggenoot Joël Veltman was zijn directe tegenstander.

Tijdens de wedstrijd kreeg de inmiddels 24-jarige creatieveling te maken met oud-ploeggenoot Joël Veltman, die als rechtsback Andersens directe tegenstander was. Daley Blind en landgenoot Lasse Schöne zijn de enige andere spelers uit Andersens tijd die nog altijd in het wit-rood-wit spelen. Echt dagelijks contact heeft hij niet meer met hen. 'Meer via Instagram, Snapchat; dat soort media. Je volgt elkaars leven zonder echt direct contact te hebben. Ik volg de club en de mensen die nog steeds betrokken zijn bij Ajax, dat wel. Maar het is altijd leuk om mensen die je niet zo heel vaak meer ziet tegen te komen. Het is best speciaal dat je je oude teamgenoten op het veld tegenkomt, maar het is ook leuk om ze daarbuiten weer even te zien en te praten over oude tijden.'

Die oude tijden. Voor Andersen is dat inmiddels een seizoen of vier geleden. In het seizoen 2012/13 maakte hij de overstap naar Ajax, terwijl hij de deur in 2016 alweer dichtdeed. In vier seizoenen tijd, waarvan één als huurspeler van Willem II, kwam de Deen slechts tot 54 wedstrijden en vijf goals. Alhoewel dat geen indrukwekkende statistieken zijn, stelt Andersen zelf veel te hebben gehad aan zijn Amsterdamse jaren. 'Wat Ajax je kan leren is niet normaal. Wat je daar leert kan je bijna nergens anders leren.'

Er volgt een opsomming wanneer Andersen gevraagd wordt naar wat hij specifiek geleerd heeft. 'Hun speelstijl, hun ideeën over voetbal; eigenlijk het hele pakket. Dat was echt goed. En ook hoe het was om te spelen bij een club waar iedereen in het land een mening over heeft. Heel veel mensen vinden Ajax leuk, maar er zijn ook veel mensen die Ajax haten. De hele sfeer om de club heen was geweldig. We speelden om het kampioenschap, in de Champions League en dat terwijl het mijn eerste club in het buitenland was. Dat betekende veel voor mijn persoonlijke ontwikkeling buiten het voetbal.'

'Spelers werden een soort van opgeofferd'

Toen de middenvelder annex aanvaller in 2012 als zeventienjarig broekie van Aalborg BK naar Ajax transfereerde, waren de verwachtingen hoog. Qua speelstijl leek de jongeling op landgenoot Christian Eriksen, die toen furore maakte in de Eredivisie. Alhoewel hij twee landstitels (2013 en 2014) achter zijn naam heeft staan, was zijn aandeel daarin marginaal: zeventien wedstrijden in zijn eerste twee seizoenen bij Ajax.

In het seizoen 2014/15 wist Andersen eindelijk een basisplaats af te dwingen bij toenmalig trainer Frank de Boer. Hij moest dé spelmaker van het elftal worden. Met vier doelpunten in 37 wedstrijden liet hij echter geen onuitwisbare indruk achter. 'Ik denk het wel', antwoordt hij dan ook op de vraag of er meer in had gezeten bij Ajax. 'Ik zat er ook op een ongelukkig moment', voegt hij eraan toe. En dat kan kloppen. Na vier titels op rij was het seizoen 2014/15 het eerste prijsloze jaar voor Ajax in tijden. Topspelers als Maarten Stekelenburg, Jan Vertonghen, Toby Alderweireld, Theo Janssen, Christian Eriksen en Daley Blind vertrokken. Zij werden vervangen door vooral jeugdspelers.

'Het jaar dat ik begon te spelen werd Ajax voor het eerst geen kampioen. Spelers werden een soort van opgeofferd en leden daar een beetje onder, omdat die grote spelers dus allemaal weg waren. En het is logisch dat iedereen teleurgesteld raakt als er niet gewonnen wordt.'

Andersen, enkele seconden voor zijn Ajax-debuut op 8 december 2012. FC Groningen was toentertijd de tegenstander.

Opbouwen

'Een periode van opbouwen', noemt Andersen de periode van Ajax tussen 2014 en 2019. 'En ze kwamen er goed uit. Ajax zit nu echt op een hoog niveau. Het was erg leuk in mijn tijd, hoor. Maar als ik twee jaar later daar had gespeeld was ik misschien wel beter geworden als voetballer. Maar dat is makkelijk om te zeggen achteraf. Ik vond het gewoon heel leuk bij Ajax en zou het zo weer overdoen.'

Dat opbouwen heeft dus veel opgeleverd, gezien het Europese succes van Ajax het afgelopen seizoen. Onder meer Real Madrid (1-4) en Juventus (1-2) werden van de mat gespeeld door de Ajacieden. ‘Ik was erg onder de indruk van de manier hoe ze speelden. Het werd op een gegeven moment eerder de vraag hoe vaak Ajax ging scoren in plaats van óf ze zouden scoren. Iedereen hield er van om naar Ajax te kijken, ik ook.’

'We keken ook met het hele team van Aalborg naar Real Madrid – Ajax, de wedstrijd die ze met 1-4 wonnen. Iedereen was onder de indruk. Het in de competitie doen is één ding, maar om het dan ook nog tegen grote clubs te laten zien is andere koek. En je ziet het ook aan hoeveel Ajax verdient aan spelers, dat is ongelofelijk. En dat geld kan Ajax ook weer gebruiken om zich verder te ontwikkelen.'

Het succes van Ajax is volgens Andersen dan ook goed voor kleinere voetballanden als Nederland en Denemarken. 'Het is goed dat het nu een keer niet dezelfde clubs zijn die ver komen. Een land als Nederland wordt nu beter en beter, omdat de topteams ook beter en beter worden.'

Andersen met Ricardo Kishna, één van de jonge spelers die in het seizoen 2014/15 Ajax bij de hand moest nemen.

'Ik zou het leuk vinden om ooit terug te gaan'

Voor nu telt één ding voor Andersen: goed presteren bij Aalborg BK, de club waar hij de jeugdopleiding doorliep en bij doorbrak. 'Ik heb vorig seizoen goed gespeeld en daar wil ik dit jaar op voortborduren. Als ik dat doe, dan komen er ook weer nieuwe mogelijkheden voor een buitenlands avontuur.' En wat als Ajax weer aanklopt? 'Ajax mikt nu natuurlijk op spelers van een wat hoger niveau dan eerst, maar ik zou niet weten waarom iemand nee zou zeggen tegen Ajax. Ik zou het leuk vinden om ooit terug naar Amsterdam te gaan.'

Aan zijn Nederlands zou het in ieder geval niet liggen. ‘We hadden het interview ook in het Nederlands kunnen doen, hoor’, grapt hij na afloop. ‘Het verschil tussen Nederland en Deens is natuurlijk niet zo groot, hè. Niet zo groot als tussen andere talen in ieder geval.’