Dankzij de 5-0 overwinning van Ajax op NAC Breda, was de glimlach maandag weer helemaal terug op de gezichten van de spelers. Hetgeen Ajax-trainer Erik ten Hag vanzelfsprekend erg goed doet, gezien de mindere fase die zijn ploeg doormaakte na de winterstop.
'Ja, er is een hoop beleving en een hoop plezier', benadrukt Ten Hag. 'En ik denk dat we in een goede schwung zitten. Die moeten we vasthouden, sterker nog: die moeten we verbeteren.' De oefenmeester van Ajax hamert erop het goede gevoel verder te versterken. 'En dat doe je natuurlijk door elke keer te verbeteren en betere resultaten te halen. Je komt nu in een fase waar het allemaal steeds dichterbij komt. Die kan heel bepalend worden en dan moeten we er staan.'
Ook Ten Hag zag titelconcurrent PSV afgelopen zaterdag met 2-2 gelijkspelen bij SC Heerenveen. De trainer wordt gevraagd of dit zijn team een extra boost gaf. 'Nee, we weten dat we achterstaan en willen de nummer één zijn. Dat betekent dat je punten moet inhalen, maar dan moet je natuurlijk eerst zelf je werk doen, dat is één. Dat begint met goed voetbal te spelen en het publiek te entertainen. En je bent afhankelijk van je concurrent en dat is PSV.'
Afgelopen zondag begon Ten Hag wederom met de Tadic-variant in de voorste linie. In gesprek met Ajax TV ligt hij deze keuze nogmaals toe. 'Ik denk dat wij meer dan elf basisspelers hebben', stelt de trainer met zijn bekende uitspraak. 'Dat ligt vrij dicht bij elkaar. En ja, dan kun je inderdaad kiezen. Maar uiteindelijk moet je ook naar een stabiel elftal toe. En per tegenstander zul je dan andere accenten moeten zetten. En dat hebben we gisteren ook getracht te doen en ik denk dat we in de beginfase erg goed speelden. Met ontzettend veel beweging, ook doordat we een erg beweeglijke spits hadden. En daar moeten andere spelers inkomen. Ik denk dat we binnen een kwartier vijf of zes honderd procent kansen hadden gecreëerd.'
De andere speelwijze vraagt ook de nodige aanpassingen van de middenvelders. 'Dat we heel veel positiewisselingen hebben. Dat ook de spelers op de vleugel soms breed en soms aan de binnenkant staan. En dat moet de tegenstander natuurlijk in verwarring brengen, maar niet onszelf. En die posities moeten dus elke keer bezet zijn. Dat vraagt concentratie en die ebde na vijftien minuten weg. Dan ontstaan er ruimtes waar de tegenstander van kan profiteren. En dat deden ze bijna, dat moet je niet toelaten.'
Plaats reactie