Ajax-middenvelder Thulani Serero heeft in gesprek met De Telegraaf verteld dat het hem veel pijn heeft gedaan niet meer te mogen meedoen bij het eerste elftal. Het contract van de Zuid-Afrikaan loopt na dit seizoen af in Amsterdam, maar omdat de club geen toekomst meer in hem ziet, is hij niet meer welkom bij het eerste.
Vooralsnog mag Serero alleen trainen bij Jong Ajax, al mocht hij vrijdag ineens ook in een wedstrijd opdraven namens de beloften. 'Ik kon thuis gaan zitten huilen, maar ik koos voor de andere optie: mijn hoofd omhoog houden en positief ingesteld blijven. Dat bewees ik met mijn doelpunt en goede spel ook bij de nationale ploeg van Zuid-Afrika, denk ik', aldus Serero, die zich niet al te druk wil maken om het feit dat hij niet meer met de selectie mag lunchen en zijn auto niet meer op het besloten parkeerterrein bij De Toekomst mag neerzetten.
'Ik kan mezelf in de spiegel recht aankijken, want ik ben altijd goed geweest voor iedereen bij Ajax en heb altijd alles gegeven. Het ergste vond ik dat ik tijdens wedstrijden niet op het veld mocht staan. Dat deed me heel veel pijn', gaat de Zuid-Afrikaan verder, waarna hij ook spreekt over Hennie Spijkerman. Met die trainer had Serero altijd goed contact. 'Ik heb Hennie lang niet meer gesproken, net als de rest van de staf van het eerste. Ja, ik was heel close met hem. Maar misschien heeft hij geen tijd. Met Andre Onana en Bertrand Traoré heb ik wel veel contact buiten het voetbal. Ze steunen me. Net als de fans die ik tegenkom. Daar ben ik ze dankbaar voor. Als ik weg ben, zal ik de supporters nooit vergeten.'
Vlak voor het sluiten van de transfermarkt in augustus bereikte Ajax een akkoord met Apoel Nicosia, maar Serero zelf kwam er niet uit. In de winterstop hoopt hij wel de stap te kunnen maken. 'Dat Reading van Jaap Stam, Bordeaux en een aantal andere clubs belangstelling hebben getoond, zegt veel, denk ik. Die interesse doet me ook goed en geeft me nog meer de energie die ik nu nodig heb.'
Plaats reactie